Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1938 - pagina 62

60 voor benoodigde Koninklijke machtiging zou zijn ontvangen, den graad van doctor in de rechtsgeleerdheid honoris causa te verleenen, op grond van zijn buitengewone verdiensten ten aanzien van het recht, met name ten aanzien van het militair recht. De warme ovatie, die na deze mededeeling door de vergadering, den jongen doctor in spé werd gebracht, bewees hoe hartelijke liefde en waardeering in onzen kring leeft voor dezen, in den dienst van het vaderland vergrijsden, maar in werklust en krachtsontplooiing nog steeds jeugdigen staatsman. De motieven, die den Senaat tot de toekenning van dit eere-doctoraat hebben geleid, zullen ter gelegenheid der promotie, die naar wij hopen op 20 October van dit jaar zal kunnen plaats vinden, — de vereischte koninklijke machtiging werd inmiddels ontvangen — uitvoerig worden vermeld, zoodat ik hier moge volstaan met de verklaring, dat het voor onze Universiteit een eere zal zijn — gelijk het dat voor elk der Nederlandsche Universiteiten zou zijn — dezen voortreffehjken Nederlander, staatsman en rechtsgeleerde tot haar eere-doctoren te mogen rekenen. Zal men dus straks in ons college van Directeuren twee eere-doctoren kunnen tellen, één van hen zal daarbij tweemaal in rekening moeten worden gebracht. Immers aan onzen eeredoctor H. Colijn staat op 4 October a.s. ook het eere-doctoraat van de Stefan-Tisza Universiteit te Debreczen in Hongarije te worden uitgereikt, ter gelegenheid van het vierde eeuwfeest van het Gereformeerd Collegium, waaruit zich deze Universiteit ontwikkelde. Dat ook onze Universiteit zich in deze gebeurtenis van harte zal verheugen behoeft niet te worden gezegd. Wel niet een eere-doctor, maar niettemin een doctor met eere is onze Directeur Mr. Q. H. A. Grosheide, die op 11 April van dit jaar onder zeer groote belangstelling uit velerlei kring, den dag van zijn promotie voor 25 jaar, herdacht. Ons medeleven in deze herdenking bedoelde ook uitdrukking te geven aan de hooge waardeering die in onzen kring leeft voor de onvermoeide zorgen van dezen voortreffelijken penningmeester voor de materieele nooddruft onzer Universiteit. In de samenstelling van het college van Curatoren kwam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen