Jaarboek 1965 - pagina 21

Raad. In dat rapport wordt het totaal aantal van onze studenten voor 1965/66 berekend op 4140. U hoorde dat we er in 1964/65 al ruim 360 meer hadden. Onze universiteitsstatisticus heeft berekend, dat de prognose van de Commissie van de Academische Raad aangaande de voor het eerst ingeschrevenen in het afgelopen academiejaar over de hele linie der Nederlandse universiteiten en hogescholen slechts 1,2 % afwijkt van de werkelijkheid, maar dat de afwijking wat onze universiteit betreft een omvang heeft van 21,9 %. Kwam de prognose, die nog altijd in stukken van de hoogste importantie fungeert, werkelijk uit, dan zouden wij in de komende vijf jaar sterk gaan afwijken - en dan in ongunstige zin - van wat verwacht wordt het algemeen ontwikkelingspatroon in ons land te zullen worden van de groei van het studentental. De werkelijkheid is gelukkig anders. Wij hebben thans 7,5 % van de totale Nederlandse studentenbevolking. En waarom zouden we dat percentage niet houden? Waarom zouden we er zelfs niet bovenuit komen als in de toekomst onze uitrusting nog aanzienlijk beter w o r d t ? Maar het zal zaak zijn attent te blijven op wat over ons elders geprofeteerd wordt. Gelukkig is de discrepantie, waar ik over sprak, ook op het departement van Onderwijs en Wetenschappen bekend. Minister Diepenhorst schreef in zijn brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van 30 juli 1965: „ Z o blijkt nu reeds dat o.a. voor de Vrije Universiteit op hogere getallen moet worden gerekend dan door de commissie zijn voorzien". We namen dankbaar nota van deze opmerking. Intussen: Caveant consules! Overigens bemerken de studenten ook hieraan hoe belangrijk zij zijn. Zeker vanuit de machtige invloed der statistiek bekeken, had de gymnasiast Donner gelijk. Ik heb nog andere redenen om hem gelijk te geven. Als een van de - overigens vele en gevarieerde - voorrechten van mijn rectoraat beschouw ik het contact met de studenten in een andere sfeer en op een ander niveau dan die van de ontmoeting van en de samenwerking tussen leerling en leermeester in het onderwijs en het onderzoek. Ik moet zeggen dat ik een grote bewondering heb gekregen voor wat de studenten presteren en dan niet alleen als ze komen zingen op de V.U.-dag, wat ze overigens volgens lieden die er verstand van hebben ook dit jaar weer voortreffelijk deden in Eindhoven. Soms hoort men 19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen