Jaarboek 1966 - pagina 86

maar evenredig is met de groei van het aantal studenten. Eén ding staat echter onomstotelijk vast, het bruto nationale inkomen zélf is, direct afhankelijk van de omvang en het peil van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Groeit dit niet mede, en wel versneld, om bestaande achterstand in te halen om daarna met de gemiddelde groeisnelheid van de westerse wereld verder te stijgen, dan zal onze welvaart evenredig dalen! Dit klemt des te meer omdat de plaats van Nederland in de wereld, bepaald wordt door het peil van zijn onderwijs en onderzoek, daar het niet over grote natuurlijke hulpbronnen in de vorm van grondstoffen beschikt. Uit de besproken groeisnelheden is nog een, voor ons belangrijke conclusie te trekken: Daar het aantal studenten minstens tweemaal zo snel groeit als de bevolking in haar geheel, zal het gemiddelde intelligentiepeil van de studenten in 1980 dalen, daar immers ook de minder begaafden dan naar de universiteit zullen komen. Geen enkele opleiding, hoe goed ook, zal het intelligentiepeil kunnen verhogen, dus zullen er percentsgewijze méér docenten nodig zijn, hetgeen opnieuw de kosten doet stijgen. De verwachting dat er 50 % kans is dat tussen 1894 en 2023 een geneesmiddel gevonden wordt om de intelligentie bUjvend te beïnvloeden is nu nog een schrale troost. Het wetenschappelijk onderwijs is dus niet aUeen „geprangd" en niet alleen „in tijdnood", maar staat voor een zeer gevaarlijke crisis. Dat is al enige jaren duidelijk en er is ook al veel over gedacht. Ik kan onmogelijk alle voorstellen die tot verbetering van haar rendement gedaan zijn bespreken of zelfs maar alle maatregelen, die reeds geprobeerd zijn of een begin van uitvoering gekregen hebben, kritisch discussiëren. Ik waag een poging om vanuit het gekozen thema: vrijheidefïiciëntie de toestand in 1980 te overzien, als ik de nu bestaande tendenzen tot verbetering van de efBciëntie doortrek. De opleiding tot het doctoraal examen zal verder worden samengeperst van de nu reeds gevraagde 5 jaar, naar 4 jaar. Aan het eind van elk jaar een overgangsexamen, met aan het einde van het 4e jaar een selectie die de toegang tot de promotie bepaalt. In deze 4 jaar zal een zeer sterke specialisatie doorgevoerd moeten worden. O m deze mogelijk te maken en toch gezien de efficiëntie voldoende studenten per richting te ver84

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen