Jaarboek 1968 - pagina 21

2 5 oktober 1967 de Vrije Universiteitsboekhandel. Een fijn trekje: op onze deelneming in de boekhandel verdienen wij; op die in het studentencafé op Uilenstede verliezen wij. Van een meer beschouwend gaat mijn verslag nu over naar een meer feitelijk karakter. De dies van 1967 werd gevierd in de Westerkerk. 's Morgens werd de academiedienst gehouden; als prediker trad op de studentenpredikant Ds. A. Schippers. In de openbare zitting van de senaat hield G. Kuiper de diesrede over Eva in ballingschap. Het aantal studenten bleef snel groeien. Ingeschreven werden i i o o vrouwelijke en 5220 mannelijke studenten, tezamen 6320. Voor het vorige jaar waren de overeenkomstige getallen 1007, 4682 en 5689. Voor de eerste maal werden ingeschreven 267 vrouwelijke en 1051 mannelijke studenten, tezamen 1318. Voor het vorige jaar waren deze cijfers 244, 894 en 1138. De 6000ste student, die ik u het vorige jaar beloofde, heb ik met hulp van de pedel inderdaad kunnen inschrijven. Het was de heer H. W. Kuperus, student in de medicijnen, naar de Vrije Universiteit verwezen door de plaatsingscommissieeerstejaars-medici. In deze aanduiding ligt een probleem verscholen. Sedert haar oprichting heeft de universiteit voor iedereen opengestaan. Echter, wie kwam, kwam zonder uitwendige dwang. Thans kennen wij een plaatsingscommissie voor medici, voor biologen en voor tandheelkundigen, die zoveel mogelijk rekening houden met duidelijk uitgesproken voorkeur, maar bij overschrijding van het aantal beschikbare plaatsen aan een bepaalde universiteit naar een andere kunnen verwijzen. Wij krijgen daardoor een groeiend aantal studenten, die ons niet hebben gezocht. Zij zijn ons hartelijk welkom, maar ik zal wel niet behoeven duidelijk te maken, dat het verwezen worden naar een bijzondere universiteit iets anders is dan het verwezen worden naar een openbare instelling. Wij zullen aan dit verschijnsel aandacht moeten geven o.m. in verband met de wijsgerige propaedeuse, ook omdat verwacht kan worden, dat het aantal plaatsingscommissies zal toenemen. Het aantal studenten uit Suriname en de Nederlandse Antillen bedroeg 56 (51 en 5); dat der buitenlandse studenten 177. Van de laatsten kwamen 46 uit Indonesië, 23 uit de Verenigde Staten, 21 uit Canada, 16 uit Zuid-Afrika en 14 uit Noorwegen. De snelle stijging van het aantal studenten zet zich voor de universiteit als geheel bekeken voort. Men mag verwachten, dat de aantallen nog groter zullen worden, omdat het aantal eindexamens van middelbare scholen,' dat toegang geeft tot een grotere gevarieerdheid van universitaire examens door de in werking treding van de Wet op het voortgezet onderwijs eveneens toeneemt. Ook incidentele wijzigingen van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs dragen daartoe bij, b.v. de wetswijziging van 10 juli 1968, waarbij aan lieden 19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen