Jaarboek 1977-1978 - pagina 51

hen aantrekkelijk te maken deze aanpak te ondernemen, maar hiertoe dwingen mag het niet. Vervolgens moet het universiteitsbestuur zeer voorzichtig optreden bij de beoordeling van aanvragen. Het bestuur kan wel criteria aanleggen zoals dat de aanvragen waarschijnlijk goede resultaten opleveren, of maatschappelijk dienstbaar onderzoek bevorderen (C.A.V.W.O., p. 11), dan wel de randvoorwaarde aanbrengen van inpasbaarheid in het onderzoeksprogramma van de vakgroep. Het universiteitsbestuur moet zich echter ervan onthouden zelf de aanvragen te willen beoordelen, en voorkeuren uit te spreken. Aan onze universiteit is omdat op centraal niveau beoordeling en beslissing plaats moeten vinden, een goede oplossing gevonden in de instelling van de commissie Beleidsruimte Onderzoek die uit ervaren onderzoekers uit het wetenschappelijk personeel bestaat. Naar mijn mening zou de beslissing over de honorering der aanvragen ook feitelijk in die commissie moeten plaats vinden en zou er alleen voor het universiteitsbestuur achteraf door middel van een verslag controle mogelijk moeten zijn. De reden voor deze opvatting is enerzijds mijn behoefte om de wettelijke beperkingen van het universiteitsbestuur te honoreren en anderzijds de overweging dat de beoordeling van aanvragen ervaring in het onderzoek vereist en dat van de 45 leden van het totale universiteitsbestuur slechts bij 14 van hen de garantie van ervaring in het onderzoek te bezitten (waarschijnlijk) aanwezig is. Ik vind het echter begrijpelijk, hoewel minder wenselijk, dat indertijd de Universiteitsraad te weinig vertrouwen in zo'n commissie had en besloot de definitieve beslissing aan zich te houden. Maar die beslissing kan slechts gefundeerd zijn op een toetsing van de vraag of de commissie zich aan de verschillende criteria e.d. heeft gehouden, met andere woorden de toetsing is beperkt. Welke de criteria zijn, mag en moet het universiteitsbestuur vaststellen, als het maar voor ogen houdt dat ook hier grenzen zijn. Wanneer het universiteitsbestuur over zou gaan tot herziening van de criteria, hoop ik overigens wel dat het aandacht besteedt aan één dat voor de Vrije Universiteit karakteristiek lijkt. Ik bedoel de bepaling dat die aanvragen de voorkeur hebben waarin onderzoek wordt voorgesteld „dat van bijzonder belang is, gezien de doelstelling van de V.U.". Wanneer we in de doelstelling van de Vrije Universiteit vervolgens lezen dat „de universiteit zich ten doel stelt al haar arbeid. . . te richten op het dienen van God en zijn wereld" kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de Beleidsruimte Onderzoek bepaling stoelt op de leuze in Orwells Animal Farm, namelijk dat „all animals are equal, but some are more equal than others". De bepaling zou ik het liefst geschrapt zien of tenminste geherformuleerd. 49

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen