GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1980-1981 - pagina 31

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1980-1981 - pagina 31

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

opleiding missen, maar ook niet om begaafde studenten daarvan uit te sluiten, want dit talent is een schaarse 'natuurlijke hulpbron' en de ontwikkeling daarvan is ook waardevol voor andere functies dan die van beroepsmatig onderzoeker. Begaafdheid voor onderzoek kan de universiteit beoordelen; het behoort tot haar professionele competentie. Het ligt dus voor de hand om het aantal deelnemers en de selectie voor de onderzoekersopleiding in eerste instantie te bepalen op grond van de geschiktheid van de kandidaten voor die opleiding. De kandidaten kunnen evengoed uit een andere universiteit als uit de eigen insteUing afkomstig zijn, omdat het verschil in onderzoeksprogramma tussen zusterfaculteiten tot verschil in onderzoekersopleiding kan leiden. Voor de medische opleidingen, waarin thans eerste en tweede fase nauw verbonden zijn, wordt de selectie in principe al bij toelating tot het eerste jaar geregeld volgens het regime van de Machtigingswet. De omvang van de numerus fixus wordt daarbij thans bepaald door de (poli)klinische opleidingscapaciteit. De minister heeft een parlementaire discussie over een beperking daarvan op grond van maatschappelijke behoefte aangekondigd. We wachten die met grote belangstelling af (temeer omdat hij de besHssingen daarover verbondenheeft met die over de nieuwbouw voor tandheelkunde aan de V.U.). De lerarenopleiding levert - ook in dit opzicht - grote problemen op. Verwacht mag worden dat zeker vooralsnog velen die een doctoraal examen in onder andere Letteren, Wiskunde en Natuurwetenschappen en Aardrijkskunde afleggen, toegang tot die opleiding zullen vragen, meer of veel meer dan correspondeert met de behoefte aan leraren. Op landelijk aggregatieniveau is die behoefte vrij precies te bepalen, en weUicht ook op het niveau van openbaar tegenover bijzonder onderwijs. Maar moeten de universiteiten dan daaruit het aantal deelnemers afleiden en moeten zij daarbij in feite bepalen wie wel of niet leraar zal worden? Is dat aanvaardbaar voor het voortgezet onderwijs, in het bijzonder het Christelijk onderwijs? De (toekomstige) werkgever heeft in de selectie voor toelating tot een opleiding van de tweede fase geen zeggenschap volgens de wet. Die werkgever moet competent geacht worden om de geschiktheid van een kandidaat voor een leraarsfunctie en daarmee voor een leraarsopleiding te beoordelen. De universiteit is dat in veel mindere mate. Zij doet immers niet in secundair onderwijs; behalve aan verantwoordelijkheid ontbreekt het haar dan ook aan directe competentie voor de selectie. Al of niet gewogen loten onder de kandidaten is geen aantrekkelijke oplossing voor de selectie. Noch het voortgezet onderwijs zelf, noch de minister, noch de Academische - raads - commissie voor de lerarenopleiding heeft tot nu toe voor deze 29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

Jaarboeken | 232 Pagina's

Jaarboek 1980-1981 - pagina 31

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

Jaarboeken | 232 Pagina's