Jaarboek 1980-1981 - pagina 45

Mijnheer de Voorzitter, Dames en Heren, Grote veranderingen zullen ook de eerstkomende jaren de Nederlandse universiteiten kenmerken. Werden we de afgelopen 10 jaar voor de taak gesteld een nieuwe bestuursstructuur uit te werken en inhoud te geven, nü gaat het om de primaire taken van de universiteit: het geven van wetenschappelijk onderwijs en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. Inhoudelijk zullen deze beide taken worden gewijzigd en bovendien zal de wijze van programmering en financiering worden herzien. Zo zal de Wet Twee-fasenstructuur Wetenschappelijk Onderwijs moeten worden ingevoerd en ingevuld en zal landelijk overleg met name op het zogenaamde middenniveau d.w.z. op faculteitsniveau grote invloed krijgen op het spectrum van te verzorgen opleidingen en het onderzoeksprogramma. Bij dit al is te verwachten dat het reeds ver ontwikkelde planningsproces nog meer aan invloed zal winnen hetgeen de onderbouwing ervan urgenter maakt. De omstandigheden waaronder deze veranderingen gerealiseerd moeten worden, worden getekend door een internationale situatie waarin het vraagstuk van vrede en veiligheid, het vraagstuk van arm en rijk en dat van multiraciaal samenleven zich ongekend fel manifesteren. Bovendien blijken vele, lang gebruikte normen en waarden aan herijking toe te zijn en wordt de economische situatie als zorgelijk gekenschetst. Terecht wordt verwacht dat de universiteiten hierbij waar mogelijk mee zoeken naar oplossingen en een bijdrage trachten te geven. Zij zullen dat moeten doen door de kennis over fundamentele processen in de gehele schepping te verbreden en te verdiepen, hun studenten op te leiden en mede aandacht te schenken "aan de bevordering van het maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef". Bij het werken aan de genoemde, komende veranderingen is het goed dit bij voortduring in het oog te houden. Onze verantwoordelijkheid brengt ook mee dat we bij discussies over de verdeling van middelen enige bescheidenheid kennen. Uiteraard mag en moet in ons bestel van ons verwacht worden dat wij bij de overheid duidelijk het belang van de universiteiten verwoorden en verdedigen, maar het is ook goed bij tijd en wijle te laten blijken van begrip voor en zicht op de gehele problematiek. En - al is het een niet te onderschatten opgave bij de huidige bezetting alle vernieuwingen in te voeren - van de beschikbare middelen kan toch niet gezegd worden dat zij al ons werk totaal onmogelijk maken? 43 aê

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen