GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1983-1984 - pagina 37

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1983-1984 - pagina 37

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijnheer de voorzitter, Dames en Heren. Een jaar geleden maakte mijn voorganger Verheul (1983)° in zijn rede ter gelegenheid van de opening van het Academisch Jaar 1983-1984 enkele opmerkingen over de propedeuse-rendementen aan onze universiteit, na per faculteit een voorlopige inventarisatie van de resultaten van de toen één jaar oude propedeuse nieuwe stijl te hebben laten verrichten. Hij concludeerde dat het beeld er niet al te rooskleurig uitzag. In de vergadering van het College van Dekanen op 11 januari 1984 zijn de propedeuse-resultaten, nader bijgesteld per peildatum 31 december 1983, opnieuw onderwerp van discussie geweest. Ook mijn conclusie was toen dat de resultaten de nodige zorg wekten. (Het 'overall' slaagpercentage bedroeg toen ruim 53). De reacties van de dekanen waren gevarieerd en vaak niet van redelijkheid ontbloot. Toch slaagden mijns inziens de dekanen er in hun verdediging van de eigen faculteitspercentages niet volledig in de schijn van rationalisatie weg te nemen. In het navolgende hoop ik hierop nog terug te komen. Thans beschikken wij over de bijgewerkte slaagpercentages per 27 juli 1984. Het gaat dus om het cohort 1982, dat thans aan het einde van de tweejarige propedeuse staat. De percentages zijn uiteraard hoger dan per 31 december 1983. Voor de grotere faculteiten registreren we de volgende resultaten (zie tabel 1): economische wetenschappen ruim 46%, rechtsgeleerdheid ruim 53%, wiskunde en natuurwetenschappen, evenals aardrijkskunde ruim 58%, sociale wetenschappen bijna 66%, letteren bijna 67%, geneeskunde ruim 74% en de IFLO bijna 76%. Het totaal percentage is thans exact 60%. Individuele studierichtingen vertonen uiteraard een grotere variantie met - voor de grotere studierichtingen - een fluctuatie tussen ruim 37% voor informatica en ruim 81% voor scheikunde.* Wat moeten zij met deze cijfers? Het antwoord op deze vraag zal ons het komende half uur bezig houden. Rendementsberekeningen en rendementscijfers in het onderwijs genieten momenteel een grote belangstelling. De Minister van Onderwijs en Wetenschappen heeft de universiteiten extra bezuinigingen opgelegd naar rato van rendementscijfers, gebaseerd op *) Opvallend zijn de aanmerkelijk betere prestaties van de vrouwelijke studenten in vergelijking tot de mannelijke studenten: over het totaal berekend 69,8% tegen 57,3%. Met uitzondering van informatica, natuurkunde en economie is deze trend zichtbaar in alle afzonderhjke studierichtingen! In het licht van het gegeven dat er geen systematische intelligentieverschillen tussen mannelijke en vrouwelijke studenten bestaan (Drenth en Hoolwerf, 1977)°, lijkt hier een interessante onderwijskundige onderzoeksvraag te liggen.

35

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

Jaarboeken | 126 Pagina's

Jaarboek 1983-1984 - pagina 37

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

Jaarboeken | 126 Pagina's