GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 61

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

47 alle vragen hun antwoord kunnen krijgen; hij zou ons nog niet kunnen zeggen, van waar dan die anorganische stof af komstig is; en als hij de aarde wil verklaren als een stuk van een ander hemellichaam en dit weer van een gansch ander planetenstelsel en zoo zelfs de sterrenwereld evolutionnistisch wil verklaren, dan is hij er nog uiet, want hij zal nooit knnnen zeggen van waar dan de oorsprong van stof en kracht is, — maar toch: als hij ons bewijzen kon, dat het organische leven zonder eenmalige schepping uit het anorganische ontstaan kon en ontstaan is, dan waren wij weg . . . . Als hij dat kon! maar v. Houten, die vurige bondgenoot, accepteert als een feit de organische wereld zooals zij nu is; de menseheu zooals zij lichamelijk uu zijn; vanwaar ? waarheen ? hij weet het niet; hi] is als de man, die in het duister bij een lamp zit in het nachtelijk uur; ,hij ziet duidelijk wat het naast in zijn omgeving is; vervolgens nog een kring van voorwerpen waarop even een lichtstraal valt; verder is hij omgeven door ietwat ongezellige duisternis." Maar die ,ietwat ongezellige duisternis" is niet niets; heeft Mr. V. Houten wel eens dat sonnet in de Gids gelezen met dat refrein van ,die afgrond zoo donker daaronder"? die dichteres gevoelde wel iets ernstigers dan de ietwat ongezellige duisternis" zij speurde daarachter en daaronder het voor haar onbegrijpelijke wereldraadsel. En nu moge v. H. onverdiend hatelijk spreken van de „priesters, die zich duur laten betalen" voor het onthullen der raadselen van die zwarte nacht; die nacht is er voor ieder, wiens oog en hart niet door Gods Geest verlicht werd. O, ik herhaal het, bewijzen kunnen wij niet dat het zoo is, zooals de Schrift ons leert'; maar het is toch al te naïef om te zeggen: wij weten het niet en dus zwijgen wij daar maar over, en tobben wij onze hersenen niet af met te zoeken naar de oplossing van raadselen, die wij nooit zullen kunnen doorgronden; want het raadsel: van waar ? waarheen? is er toch, en wee hem, die de Goddelijke Openbaring voor verdichte fabelen gehouden heeft, en dan ten slotte gefolterd werd door de ontzaglijke mogelijkheid : als het toch eens waar was ?" i) 1) Zie het Sterfbed van Voltaire.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 61

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's