1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 51

37 zondaren, maar ook in Zijn opstanding, en hemelvaart en eenmaal te wachten wederkomst, als die mensch, voor wie dat alles geschied is, niet anders zou zijn als een hooger ontwikkelde diersoort? Alles of niets te gelooven, van wat Gods Woord in dezen leert, lijkt mij het eenig mogelijke; tertium non datur, al meenen niet logisch doordenkenden, dat er wel een middelweg is; althans zou ik zeker niet den uitweg willen aanvaarden, die een ethisch-orthodox predikant mij eeas voorstelde, toen ik met hem hierover sprak, namelijk, dat, als daar staat, dat God den mensch schiep uit het stof der aarde, dat dan die ,stof" ook best kon zijn een reeds hoog ontwikkelde diersoort, want een dier is immers ook „stof". Neen zulke exegese gaat mij werkelijk te hoog, — of te laag, — en bevredigt ten slotte noch den geloovige, noch den ongeloovige; de Vermittlungs-theologie is geen krachtig wapen tegen de ongeloovige wetenschap, die met haar quasi-onweerstaanbare logica indruk maakt op het ontvankelijk gemoed van den leerling. En niet alleen aan de universiteiten en in den kring der geleerden bleef de leer der evolutie en der afstamming van den mensch: ook zonder speciale lezingen van University-extension is de invloed der universiteiten doorgedrongen tot in de verdere lagen der maatschappij door woord en geschrift en popularisatie der wetenschappen en van haar nieuwere theorieën. Hoe waren b.v. voor een twintigtal jaren boeken als Buchner's ,Kracht en Stof' als evangelie voor jongelui nog op gymnasium en hoogere burgerschool, en hoe weten de priesters van het Darwinisme hun leer zelfs voor eenvoudige lezers smakelijk te maken, door zooveel onbegrijpelijks te verklaren door het rangschikken in het kader hunner stamboeken, niet lang geleden door levensgroote afbeeldingen in de winkelkasten der boekhandelaars aangekondigd, zooals de werken van Bölsche (Vom Bacillus zum Affen menschen, en Liebesleben in der Natur), in het Nederlandsch vertaald, die ook de nieuwsgierigheid in zake de sexueele functies bij menschen en dieren prikkelen en voldoen door ze evolutionistisch te willen verklaren op zulk een wijze, dat de recensent der Nieuwe Rotterdammer Courant zijn bezwaren daartegen niet verheelde. Inderdaad te verwonderen is het niet, dat zoo tallooze denkers:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen