1950 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 200

172

J. LEVER

waren de individuen of de soorten de absolute biologische eenhelen; Darwin komt tot de stoffelijke deeltjes als de biologische eenheden, in samenhang echter met een transport-hypothese, Weismann behoudt de deeltjes, maar verwerpt het transport, in plaats waarvan hij het „Keimplasma" stelt dat van generatie op generatie wordt overgedragen en dus boven-individueel is; de individuen zijn voor hem slechts uitschieters van wat hij noemt de „Keimbahn". Hugo de Vries is nu de eerste geweest die de moderne gedachte gepropageerd heeft in zijn bekende boek ,,lntracellulare Pangenesis" van 1889. Deze is bij hem geheel een vrucht van de afstammingsleer: ,,Früher betrachtete man jede Art als eine Einheit und die Gesamtheit ihrer Artmerkmale als ein einheitliches Bild". ,,Betrachtet man aber die Artcharaktere im Lichte der Abstammungslehre, so zeigt es sich bald, dass sie aus einzelnen, von einander mehr oder weniger unabhangigen Faktoren zusammengesetzt sind". (8). Deze erfelijke eigenschappen zijn in de levende materie gegrond. Iedere bevruchte eicel moet potentieel alle factoren, die tezamen het soortkarakter bepalen, bevatten. Al deze factoren moeten ieder aan een apart deeltje gebonden zijn. Deze deeltjes, pangenen genoemd, zijn onzichtbaar klein, maar toch uit talloze moleculen samengesteld. Zij kunnen groeien en zich vermeerderen en worden bij de celdelingen over de dochtercellen en dus uiteindelijk over het gehele lichaam verspreid, in die zin, dat iedere cel hen alle bevat. Zij zijn inactief in de geslachtscellen, dus in de cellen van de Keimbahn, maar bereiken hun hoogste activiteit in de lichaamscellen, de cellen van het soma, die zij hierdoor differentiëren. De orgaren worden getypeerd doordat in hen slechts bepaalde pangenen tot volle activiteit komen. De bevruchting geschiedt door copulatie vacelkernen. In deze celkernen moeten dus de pangenen zich bevinden. Doordat het cytoplasma zich differentieert en de typische orgaan-functie gaat uitoefenen, moet er een transport van pangenen uit de kern naar het cytoplasma plaats hebben. Een transport in tegengestelde richting is nimmer aangetoond. Hij vat zijn hypothese als volgt kort samen: „Das ganze lebendige Protoplasma besteht aus Pangenen; nur diese bilden darin die lebende Elemente". (134) Hij gaat nu zijn hypothese iets ruimer stellen: naast de ker" krijgen de dochtercellen ook andere elementen van de moedercel mee: vacuolen, chromatophoren, celwand-elementen, enz. Dit is dus een teken dat er naast de typische kern-erfelijkheid ook een cyto-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen