GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 141

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN KWARTEEUW COSMOLOGIE

125

herhaalde schepping op kleinere schaal gemakkelijker te begrijpen en te aanvaarden zou zijn dan een schepping van de gehele wereld ineens. Dit is zeker onjuist. Wij kunnen onder schepping niet iets anders verstaan dan het ingrijpen van een hogere macht en daarom heeft men in beide gevallen met een even groot „wonder" te doen. Dezelfde misvatting ligt ten grondslag aan Hoyle's bewering, dat de wereld oneindig lang zou bestaan en oneindig van afmetingen zou zijn. Als scheppen het ingrijpen is van een Hoger Wezen, treedt de natuurwetenschap buiten haar bevoegdheid, indien zij beweert, dat deze actie reeds van eeuwigheid af moet hebben plaats gehad. Uit de eigenschappen die wij noodzakelijkerwijs aan het begrip „scheppen" moeten verbinden, volgt, dat deze handeling op een bepaald moment moet hebben plaatsgehad of zijn begonnen. Wat de afmetingen van het heelal betreft, acht ik het verstandig, als we er bij de tegenwoordige stand van de wetenschap niet over twisten, of deze zeer groot eindig of oneindig zijn. Het is de laatste tijd wel gebleken, dat de relativiteitstheorie niet zulk een ideaal hulpmiddel voor de cosmologie is als men vroeger meende. En welke oplossing we kiezen (zeer groot eindig of oneindig), in elk geval vallen de afmetingen buiten onze waarneming en buiten ons begrip. Ik heb getracht in dit referaat een overzicht te geven van wat thans de mening der astronomen is over de inriehting van ons heelal, over zijn ontstaan en over zijn toekomst. Een paar jaar geleden heeft Whittaker in zijn boek Space and Spirit 6) geschreven over de betekenis van de nieuwe cosmologie voor de Christelijke levensbeschouwing. Ik wil daar nu niet op ingaan; slechts één punt dat hiermee zijdelings verband houdt, wil ik nog even aanstippen. In de Griekse cosmologie was de woonplaats van de mens het voornaamste hemellichaam, de aarde was het middelpunt van de wereld. In de tweede cosmologie werd de aarde gedegradeerd tot een planeet van de zon, maar deze werd dan toch door Copernicus als het middelpunt van het heelal beschouwd. Zelfs in het begin van de twintigste eeuw, toen men begon te begrijpen, dat de sterren van de Melkweg een begrensd systeem vormen, was men geneigd de zon daarin een min of meer voorname en bijzondere plaats toe te kennen. In de derde cosmologie is dit echter veranderd. Het zon») London 1946.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 141

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's