GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 81

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

OVER DE OUDERDOM VAN DE STERREN

73

niet de minste aanwijzing, dat roodverschuiving anders verklaard kan worden dan door het Doppler-effect. Een andere verklaring zou betekenen, dat een lichtquantum op de duur energie verliest, en dit zou in strijd zijn met de wet van het behoud van energie. Bovendien, zo zegt men, het uitdijend heelal is theoretisch uit de relativiteitstheorie voorspeld door De Sitter, jaren vóórdat de waarneming van de verplaatsing der spectraallijnen die voorspelling bevestigde. Indien geen andere verklaring van de verplaatsing der spectraallijnen mogelijk is dan door het Doppler-effect, dienen de relativistische theorieën van het heelal nader onderzocht te worden, vooral die van Milne en van Birkhoff. De relativiteitstheorie laat oneindig vele oplossingen toe voor het probleem van de metagalax. De voortgaande waarneming zal het aantal toelaatbare oplossingen steeds meer beperken, zodat het redelijk is, te verwachten, dat eenmaal de oplossing van de thans haast onoverkomelijk schijnende moeilijkheden zal worden gevonden. Clusters van galaxen. In het sterrebeeld Virgo bevindt zich een cluster van 100 galaxen. Het middelpunt ervan is acht millioen lichtjaren van ons verwijderd. De straal van de cluster bedraagt 600000 lichtjaren. Men schat de totale massa op 10^2 maal de massa van de zon. De eigen-bewegingen van deze galaxen hebben grote snelheden; de dispersie in die snelheden bedraagt 600 km/sec. Wanneer men echter, uitgaande van de genoemde totale massa en van de gewone gravitatie, die dispersie berekent, komt men op een bedrag van slechts 60 km/sec. Er is dus tussen theorie en waarneming een afwijking met een factor 10. Er zijn maar twee mogelijkheden om deze tegenstrijdigheid op te lossen: of de massa is 100 maal zo groot, dus lOi* maal de massa van de zon; óf de dispersie wordt door andere krachten dan de gravitatie veroorzaakt. De laatste onderstelling is nog veel moeilijker denkbaar dan de eerste; men moet dus wel aannemen, dat de totale massa 100 maal zo groot is als men gedacht had. In „Astrophysical Journal" van 1943 heeft Tuberg aangetoond, dat daaruit volgt, dat de tijd, die nodig geweest is voor het ontstaan van deze cluster, van de orde van 1011 jaren is. Nu zijn er verscheidene van zulke clusters. Zwick)' heeft ze aan een nauwkeurige analyse onderworpen. Hij vond, dat ze alle te beschrijven zijn door een zelfde theorie, nl. die van een begrensde isotherme gasbol, die bijeengehouden wordt door de gravitatie. Hij vond een maximale tijdgrens tussen lOn en IO12 jaren voor het ontstaan van de metagalax.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's

1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 81

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's