1954 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 247

Door welke bril zien de arts en de predikant de mens?

209

oog verliest, dat hij is een dienaar van de mens in nood. Slechts een waarlijk dienende arts heeft een normale visus en heeft daarom geen bril nodig. In dit dienen treedt de zo nodige priesterlijke facet van de artswerkzaamheid voor de dag. Paradoxaal gesproken komt de geneeskunst op het hoogste plan als het gaat om de verzorging en behandeling van ongeneeslijk zieken. Deze priesterlijke facet is van een pastoraal karakter en nadert zo het arbeidsterrein van de geestelijke, met dien verstande, dat de artswerkzaamheid uitgaat van de zieke mens in nood en dreigend in nood te verkeren; de geestelijke zich beweegt op het terrein der zielszorg van de persoon en diens gezin en daarbij een lerende positie inneemt. Wij zijn hiermede tot het gebied van de predikant genaderd. Als de predikant de mens ziet uitsluitend door de predikbril, zal dit er een met beroete glazen blijken te zijn. De werkelijkheid ligt immers geheel anders! Al is de dienst des woords een belangrijk gedeelte van de taak van de geestelijke, toch is het woord predikant een zeer eenzijdige omschrijving van het ambt waartoe deze is geroepen, alsof het preken de voornaamste taak dezer roeping ware! De orator met stampvolle kerken kan heel goed een slecht pastor zijn. Het populair en gevierd zijn is een verleiding en mede daardoor een gevaar. Het werk van de predikant is nog meer overvoerd dan dat van de arts, hij houdt er een hele brillendoos op na. Een bril voor het leren; een voor het catechiseren; een voor de Zondagschool; een voor de jeugdbeweging; een voor de rijpere jeugd; een voor het evangeliseren; een voor het besturen en een voor het pastorale werk. Het is verblijdend, dat in de opzet der nieuwe kerkorde der Ned. Herv, Kerk, in principe althans, in een betere werkverdeling wordt voorzien, waarin het pastoraat met het predikambt aan de geestelijke als voornaamste taken worden toegewezen. De pastorale taak van de geestelijke is vrij wat uitgebreider dan die van de arts. Bij de laatste koppelt deze zich aan de zieke mens. Het ziekenpastoraat is maar een gering onderdeel van de gehele pastorale opdracht, die de geestelijke heeft ontvangen. Deze hoedt, zoals een goed herder betaamt, de aan hem toevertrouwde kudde. Hij is de Dienaar des Heren, de Dienaar der Kerk. De geestelijke problemen van de persoon, van het gezin, de paedagogische en sexuele vraagstukken, zij allen hebben weliswaar ook een medische kant, maar behoren in wezen in eerste instantie tot het ter-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen