GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1956 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 21

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

SAMENWERKING TUSSEN ARTSEN EN ZIELZORGERS

9

genezingen. Deze doelstelling voert linea recta in de magie." Veel begaanbaarder lijkt ons de weg, welke de arts Paul Tournier, die stellig door niemand in één adem genoemd zal worden met de zoeven gememoreerde gebedsgenezers, in zijn boeken ons wijst. Reeds de titels van twee van zijn werken getuigen ervan dat wij hier met een geheel andere figuur te doen hebben. In zijn ,,Technique et Foi" wordt geen pleidooi gevoerd voor de steriele antithese tussen geloof en wetenschap, zoals bij de gebedsgenezers helaas het geval is, maar juist geworsteld om daar bovenuit te komen. En in zijn „Médecine de la personne", dat helaas gebrekkig vertaald werd met „Radicale therapie", legt Tournier er de grootste nadruk op, dat de geneeskunde en de geneeskunst steeds te doen hebben met de mens, die als lichaam, ziel en geest wel te onderscheiden lijkt, maar in werkelijkheid niet te scheiden is. Het gevaar of het bezwaar, dat wij echter bij Tournier menen te moeten constateren, willen wij dan ook liever ter sprake brengen bij het overdenken van de practische mogelijkheden, die zich thans voordoen, nu, om met Buma te spreken, de iatromechanische aera, met alle eerbied voor haar prestaties, wordt opgevolgd door het tijdperk der anthropologische geneeskunde en geneeskunst, m.a.w. nu de geneeskunst weer wordt „Médecine de toute la personne". Het gesprek tussen arts en zielzorger was in het verleden vaak beperkt tot de vraag van de laatste aan de eerste: „Waarom hebt U mij niet even gewaarschuwd, dat mijn gemeentelid stervende was?" Het enige raakvlak van Jjun beider arbeidsveld was niet zelden een wrijfvlak. Het begint gelukkig anders te worden. In vele plaatsen van ons land wordt regelmatig een zgn. convent gehouden van artsen en predikanten samen. Dit gesprek is immers ook broodnodig geworden als de geneeskunde anthropologische trekken gaat vertonen. Want daarmee is de vraag gesteld: „Wie is de mens?" Wie is de mens in nood, met wie media en zielzorgers in hun ambtswerk in aanraking komen? Typerend is het antwoord, dat Carrel gaf: „Cet inconnu!" De onbekende ! Wie immers op zoek gaat naar de mens, ervaart de waarheid van het woord van Nietzsche: „Wer Menschen suchen will, musz erst die Lateme finden." Welnu, wanneer de anthropologische geneeskunde niet langer een facet van de mens, maar de ganse mens gaat zoeken, dan kan de theo-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1956

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 356 Pagina's

1956 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1956

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 356 Pagina's