GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1957 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 201

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

164

K. H. VOOUS

van de Verenigde Staten is een ander stadium bereikt, dat van de zilvermeeuw, dat zich via de Atlantische kust van de Verenigde Staten vrijwel onveranderd voortzet atai de overzijde van de Atlantische Oceaan in Ierland en Groot-Brittannië en vei-volgens in Nederland, Noord-West-Duitsland, Denemarken en Skandinavië. In dit gebied in Europa vindt een uitgebreid geographisch overlap plaats met de kleine mantelmeeuv/ zonder bastaardering. Terwijl op de Britse eilanden vele duizenden kleine mantelmeeuvven en zilvermeeuwen een volkomen soortgescheiden bestaan leiden, vertonen de zeer weinige kleine mantelmeeuwen, die in Nederland broeden, een opmerkelijke voortplantingsaffiniteit tegenover de aldaar bij duizenden voorkomende zilvermeeuwen. Gevallen van bastaardering zijn, met name op Terschelling, nauwelijks een uitzondering. De huidige situatie zou men aldus kunnen beschrijven : de kleine mantelmeeuw en de zilvermeeuw gedragen zich in Noord-West-Europa als twee soorten, behalve in Nederland, waar het voortplantingsgedrag bijna dat van één soort is. Afgezien van de vraag waar de soorlverscheidenhejd tussen kleine mantelmeeuw en zilvermeeuw in de circumpolaire verspreidingsring is opgetreden, zou dit nog niet zo'n merkwaardige situatie zijn: ook bij de bovenvermelde voorbeelden bleken de soortgrenzen niet absoluut te zijn. De voornaamste complicatie, die thans optreedt is, dat de betrekkelijk lichte, rose-potige zilvermeeuwen op verscheidene plaatsen aan de kust van de Oostzee en waarschijnlijk ook in Zuid-Finland op, naar men aanneemt, onbeperkte wijze bastaarderen met de geelpootzilvermeeuwen, die de kleine mantelmeeuw-keten van de Zwarte Zee naar de Oostzee hebben „kortgesloten". Terwijl dus deze geelpootzilvermeeuwen in de ten opzichte van hen geographisch nauwer verv.'ante kleine mantelmeeuwen geen voortplantingspartners herkennen, doen zij dat wel in de zilvermeeuwen, die de eindpopulatie vormen van een keten, die het gehele Noordelijke Halfrond omvat. Mogelijkerwijs speelt de overeenkomstige mantelkleur van deze laatste populatiegroepen een rol, hoewel bij de bastaarderingsverschijnselen in Nederland tussen kleine mantelmeeuw en zilvermeeuw de verschillende manteikleuren klaarblijkelijk toch géén voldoende remming kunnen bewerkstelligen. Zo demonstreren dus de geographische variatie en de verspreiding van de kleine mantelmeeuw en de zilvermeeuw allerlei stadia, die bij de soortonderscheiding en in het proces van de soortvermeerdering door geographische variatie en isolatie, worden doorlopen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 349 Pagina's

1957 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 201

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1957

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 349 Pagina's