GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 176

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

140

G. J. SIZOO

opkomst der gilden, aan maatschappelijk aanzien, zodanig dat zij tenslotte ook door de geleerden niet meer kon worden genegeerd. Reeds Leonardo da Vinci tekende protest aan tegen de verguizing der „artes mechanicae". Francis Bacon prijst de vooruitgang der praktische kundigheden in tegenstelling tot de steriliteit van de academische natuiuf ilosofie. Zelfs Descartes, die zich zelf gelukkig prijst, dat de omstandigheden hem veroorloven de vrije kunsten zonder enige gebondenheid aan praktische toepassing te beoefenen, heeft volgens zijn biograaf Baillet, gepleit voor de oprichting van een Ecole d'Arts et Métiers. Leibnitz betoogt dat de ambachtslieden vele zaken kennen, waarvan de geleerden geen weet hebben. „Er is geen mechanische kunst hoe gering en veracht ook", schrijft hij, „die niet tot enkele merkwaardige waarnemingen en beschouwingen aanleiding geeft". Dat de grote wijsgeer en mathematicus Leibnitz de praktijk niet verachtte, blijkt ook wel uit het feit, dat hij ten behoeve van de hertog van Hannover een voor die tijd grootscheepse fabricage van het pas door de alchemist Brand ontdekte fosfor opzette, waarbij het leger de benodigde grondstof — urine — moest leveren, terwijl hij zich eveneens persoonlijk bezig hield met de invoering van nieuwe pompen, berustend op het principe van Torricelli, in de zilvermijnen van Zellerfeld. De wijziging van inzicht in de plaats die de natuurwetenschap in de samenleving dient in te nemen, kwam ook tot uiting in de oprichting van de geleerde genootschappen. Reeds in 1662 wordt de Royal Society in Engeland opgericht. Onder de oprichters bevond zich zowel de natuurkundige Robert Boyle als de architect Sir Wren. De doelstelling hield in; „to improve the knowledge of natural things and all useful Arts, Manufactures and Mechanic practices. Engines and Inventions by Experiments"! Begoimen zo reeds in de zeventiende eeuw de geleerden het oog te richten op de praktijk, in de achttiende eeuw begonnen de practici en industriëlen en burgers ook zelf hun weg naar de wetenschap te banen. Zij deden dat eveneens door de oprichting van genootschappen ter beoefening van de proefondervindelijke wijsbegeerte, waarvan in Nederland het Bataafse Genootschap, in 1769 opgericht door Pieter Hoogendijk, een voorbeeld is. Zij bevorderden ook de oprichting van vakscholen ten behoeve van ambacht en nijverheid en gingen er toe over geleerden als adviseurs aan de industrie te verbinden. De betekenis van Lavoisier voor de scheikunde, als grondlegger van het empirisch elementbegrip, als methodisch toepasser van de regel

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 176

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's