GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 21

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

WAARDE EN ONWAARDE BIJ TEILHARD DE CHARDIN

9

worden, niets openbaar kan worden wat niet op een of andere wijze al in de oorsprong aanwezig was (pag. 51). Er was dus niet alleen evolutie, maar deze evolutie moet van het begin-gegeven uit zichzelf in grote lijnen kunnen verklaren. Hieruit volgt dan logisch de noodzaak om al een zekere vorm van psychisch leven — „conscience" zegt Teilhard op verschillende plaatsen — in de oerstof aan te nemen. Dit psychistisch denken is geen conclusie van wetenschap, maar een postulaat van wat te voren wordt aanvaard, van min of meer wijsgerige aard. Vandaar ook: het bewustzijn verschijnt in de mens, en dus heeft het een kosmische uitgebreidheid in tijd en r u i m t e . . . . (pag. 37). Als men hierop doordenkt moet men o.i. tot de conclusie komen, dat gezien de psychische aard van alle energie (pag. 45) er ook zoiets moet zijn als „psychische massa", omdat massa en energie met elkaar in jfiauw verband staan. Ik weet niet of Teilhard aan déze conclusie heeft gedacht. Dank nu dit „moniserende" denken glijdt hij ook vrij vlot heen over de „levensdrempel", die bij het ontstaan der oerorganismen moest worden gepasseerd. Dit is een gevolg van de „verinnerlijkende complexificatie", welke hij elders uitdrukt in zijn „loi de complexité-conscience',' waarin dus zijn psychistisch denken weer naar behoren functioneert, en tevens een complexificatie-begrip dat in zijn oorsprong m.i, een zekere mechanistische infiltratie vertoont. Hij verwaarloost dan ook bij de vraag naar het ontstaan van het Leven, en naar de specifieke kenmerken van het nu bestaande leven de geheel bijzondere, dynamische ordening van delen en processen die steeds op eigen voortbestaan is gericht. Het blijkt hier dat Teilhard, die de natuur meest aan fossielen bestudeerde, niet door-en-door physiologisch, organisch-funktioneel heeft gedacht. Men vergelijke bijvoorbeeld zijn beschrijving van de complexiteit in de cel (pag. 64). Zijn evolutie-beginselen moeten soms (zoals we zagen) ook het ontstaan en bestaan van het kwaad in al zijn uitingen (zonde incluis) verklaren. Schrijver dezes kan de franse denker bijvallen waar deze verband legt tussen evolutie-wetten en het ontstaan der zonde, waar hij dus verband zoekt tussen physiek en moreel kwaad — in zover, dat het eerste voorbereiding en voorwaarde, tevens aanleiding kan gevormd hebben voor het tweede; maar het beslissende bij de zonde blijft toch de vrije wilskeuze, en hiermee is men al op een vlak, dat hoger ligt dan de evolutiewetten (om nog voorbij te gaan aan de vraag omtrent de verhouding tot God die in alle zonde steeds op een of andere wijze gegeven is). In elk geval, waar Teilhard de zonde ziet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's