GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 246

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

170

F. H. PRUIJS

In de eerste plaats de vraag naar de anthrapologie. Is Sierksma er wel zo zeker van dat de anthropologic die hem het meest aanspreekt, in casu die van Plessner, de enig ware of toch de meest zuivere is? De excentrische positie van de mens, d.w.z. dat „de mens zelfbewust achter zich zelf staat" (ik kan mij zelf be-oordelen, kwellen, troosten, en wat niet al), zou „de laatste onherleidbare basis van ons bestaan zijn" (pag. 24). Sartre wordt in dit verband geciteerd en de omschrijvingen doen mij aan Jung denken: „de mens kan alleen subject en object (voor zich zelf) zijn krachtens dat andere, absolute en onherleidbare subject, dat excentrisch centrum is, waardoor de mens wereld en zelfbewustzijn heeft, kan abstraheren van de wereld en van de mens". Is hier iets bedoeld in de zin van het Zelf van Jung waartegenover het Ik maar een periphere en secundaire positie heeft? Rust deze hele anthropologic niet op een te smalle basis, nl. op de Ik-Zelf-relatie en wordt de Ik-Gij-relatie niet schromelijk verwaarloosd? Is het wel zo zeker dat de Ik-zelf of zelfs de Ik-Zelf-relatie de onherleidbare basis van ons bestaan is? Men kan met Barth ook een anthropologic ontwerpen die uitgaat van de Ik-Gij-relatie („menselijk zijn is zijn in de ontmoeting") '^). Ik ben pas mens, omdat ik aangesproken word door een medemens en ter ver-antwoord-ing geroepen word door God. Dat daarnaast een Ik-Zelf-relatie bestaat en niet alleen psychologische aandacht verdient (de zelf-verloochening is een theologische deugd vóórdat deze acte een psychologisch probleem wordt) weet Barth ook wel, maar hij rekent deze relatie niet tot „de laatste onherleidbare basis van ons bestaan". Het gevaar van deze éénzijdige aandacht voor de Ik-Zelf-relatie bestaat uit de verabsolutering van het zelfbewustzijn (waar Sierksma m.i. niet geheel aan ontkomt) en uit de niet alleen theoretische eenzaamheid waarin men dan terecht kan komen. „Het is niet goed dat de mens alleen zij". Slaat dit alleen op het huwelijk of is hier ook iets aangeduid van de grondstructuur van ons mens-zijn? Is de man (de vrouw) alléén, los van alle contacten met zijn (of haar) medemensen dè mens of is dat een theoretische constructie? Op pag. 136 schrijft Sierksma: „Plessner heeft dit verschijnsel verrassend juist toegelicht, door er op te wijzen, dat de mens in wezen een toneelspeler is, die ook in de momenten van schijnbaar volstrekte overgave en extase plotseling overvallen kan worden door de tvdjfel. '-') Kirchl. Dogmatik III 2 ('48).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 246

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's