1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 21

OVERDEACHT

5

knüpfung illegitimer und nicht für die Ewigkeit bestimmte Liebesbeziehungen" komt in conflict met de waardigheid van de arts en de moraal. Voor de therapeut geldt volgens Freud de volgende opdracht: „Die Kur musz in der Abstinenz durchgeführt werden". Geen toegevendheid of liefkozing als surrogaat voor het verlangen van de patiënt. De houding van de therapeut moet zich richten op de erkenning dat het verliefd worden van de patiënt dóór de analytische situatie veroorzaakt wordt en zeker niet als een verovering geldt. Op dit moment is er werk aan de winkel voor een analyse van de contra-overdracht, waarbij het narcisme van de arts op de snijtafel komt. Het zou te ver voeren Freud te volgen in zijn verdere analyse van de overdrachtsverliefdheid en de liefde. Van belang is nog er op te wijzen dat het typerende van de overdrachtsverliefdheid is, dat geen enkel facet er in met de huidige situatie te maken zou hebben. Moderne opvattingen zijn het hier niet mee eens, en leggen meer de nadruk op het hier en nu. Typerend voor de overdrachtsverliefdheid is het overwegende irreële karakter, en het gebruik als weerstand tegen de voortgang der analyse. De overdrachtsverliefdheid wordt dus geprovoceerd en tot een exces gedreven door de analytische situatie, waardoor ze in hoge mate „Rücksicht auf die Realitat" mist. De beschreven overdrachtsverliefdheid wordt dikwijls als positieve overdracht geformuleerd. In het begin van de psychoanalyse werd namelijk de negatieve overdracht nog niet herkend. Later werden gevoelens van sympathie voor de therapeut als positieve overdracht onderscheiden van negatieve overdracht, waarbij de antipathie voor de therapeut overweegt. Nog later zag men het altijd ambivalente karakter van de overdracht. In het spraakgebruik zijn de termen positieve en negatieve overdracht nog wel blijven bestaan, maar ter voorkoming van misverstand heeft Lagache voorgesteld i.p.v. van positieve en negatieve overdracht te spreken van positieve en negatieve effecten in de overdracht. Een positief effect manifesteert zich wanneer de voortgang der analyse bevorderd wordt, een negatief effect hangt samen met de remming van de voortgang. De positieve en negatieve effecten correleren dus niet met overdracht van positieve en negatieve gevoelens op de therapeut. Het omgekeerde kan zelfs het geval zijn, d.w.z. wanneer er een foutief effect is, door de overdracht van haatgevoelens. Het positieve

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen