1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 242
198
ONZEKER WETEN
zekerheden in de resultaten berekend te zijn en gediscussieerd te worden. Voor de berekening van toevallige fouten wordt gebruik gemaakt van de waarschijnlijkheidstheorie, waarmee door Simpson in 1757 werd begonnen. Voor het vinden van systematische fouten is het nodig alle mogelijke foutenbronnen goed te discussieren. Zo dient een gedetailleerde beschrijving gegeven te worden van de meetmethode, de gebruikte apparatuur, de genomen standaardwaarden, de analyse methoden en de bij de berekeningen toegepaste benaderingen. Vaak heeft men de neiging de fouten uit veiligheidsoverwegingen te groot op te geven. Uiteraard is dan de kans dat een latere meting een tegenstrijdig resultaat oplevert geringer. Die veiligheidsklep bouwde de experimentator echter alleen voor zichzelf in want voor de natuur" kunde is het van belang zo nauwkeurig mogelijk gegevens te krijgen. Cohen en Dumond zeggen dan ook: „For courageous men of science there is only one „safe" refuge, the plain unvarnished truth as to their methods and results." Soms wordt ondersteld dat de ontwikkeling van de natuurkunde uitsluitend afhangt van het verder opvoeren van de nauwkeurigheid van de waarnemingen, omdat de moderne natuurkunde essentieel empirisch van aard zou zijn. Zo werd in 1922 bij de uitreiking van de Nobelprijs voor Natuurkunde aan Einstein in de begeleidende rede gezegd: „Accuracy of measurements is the very root, the essential condition of our penetration deeper in the laws of physics — our only way to new discoveries". Dit lijkt zelfs mij, als experimenteel fysicus, een sterk overdreven standpunt. Uiteraard moet men veel bewondering hebben voor zeer nauwkeurige experimenten of voor het vinden van nieuwe, betere meetmethoden. Maar bij de moeilijke gedachtengangen, die soms tot grote ontdekkingen leidden, hebben menselijke eigenschappen als de intuïtie, de creativiteit en het gebruik van analogieën nog een aparte rol gespeeld. Het lijkt niet wel mogelijk om uitsluitend langs een logische weg van experimenteren te komen tot de ontdekking van natuurwetten. In de besproken voorbeelden zagen we dat juist een wisselwerking tussen experimentele en theoretische onzekerheden voor de ontwikkeling van de natuurkunde belangrijk is. Hierbij is het de taak van de experimentatoren om door het beperken van de experimentele onzekerheid binnen steeds nauwere grenzen, hun bijdrage te leveren. Maar zijn er ook fundamentele grenzen aan deze onzekerheden ge-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 306 Pagina's