1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 37

A. C. DROGENDIJK

21

Er zijn ook auteurs die pas na de geboorte van een individu willen spreken. Immers na de geboorte komt de ademhaling op gang, gaan de zintuigen functioneren en kan men derhalve pas met recht gaan spreken van een mens, zij het dan dat deze mens een geringe omvang heeft, zowel wat betreft lengte als gewicht, nog volledig in ontwikkeling is en nog gedurende lange tijd geheel afhankelijk van hulp van derden. Vandaar dat b.v. C h a b o t de opvatting verkondigt dat het menselijk leven pas „werkelijk" bij de geboorte begint. Nu zal wel niemand ontkennen dat er geen verschil bestaat tussen een bijna voldragen maar nog niet geboren kind en een pasgeborene. Maar deze verschillen zijn meer van fysiologische dan van essentiële aard. M.i. is althans moeilijk vol te houden dat enkele maanden voor de geboorte van een individu niet gesproken kan of mag worden en dat temeer niet omdat de arts het ongeboren kind kan horen, kan meten, kan fotograferen en zelfs bepalingen kan verrichten betreffende zijn stofwisselingsproces. Tenslotte heeft F l a m m * , naar aanleiding van het Softenonproces te Luik (1962) de opvatting verdedigd, dat het menselijk leven pas begint ongeveer 6 weken na de geboorte. Zijn redenering komt in het kort op het volgende neer. Omdat het pasgeboren kind nog geen bewuste persoonlijkheid is, is het - evenals de vrucht in de moederschoot - nog geen mens, maar een mens-in-aanleg. Dit wordt echter anders na de 6e week, want alsdan gaat het kind zien, gaat het horen, m.a.w. via zijn zintuigen reageren op de wereld om hem heen. Er zullen wel niet veel mensen gevonden worden die de opvatting van F l a m m zullen delen. Weliswaar gaat het pasgeboren kind na enige weken merkbaar zien en horen, maar van een bewustwording een persoon te zijn is absoluut nog geen sprake. Dit laatste vergt geen weken, maar jaren van ontwikkeling. Hoewel voor elk der bovengenoemde standpunten, terzake van het bepalen op welk tijdstip in de menselijke ontwikkeling van een individu sprake is, wel één of meer argumcnitcn zijn aan te voeren, is de * Geciteerd naar S p o r k e n .

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen