1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 187

K. F. GUNNING

139

geven tot verantwoorde gezinsvorming, waardoor mogelijkerwijs de groei van de wereldbevolking uiteindelijk minder sterk zal zijn dan onder a. voorzien. Want tenslotte is sexuele discipline door alle eeuwen heen de meest afdoende, de minst gecompliceerde en de meest ongevaarlijke weg geweest om de groei van het gezin naar eigen vrije keuze te regelen. VII. 3. Wat tenslotte het geloof in de mensheid betreft (bedreigd door de voorrang die gegeven wordt aan economische wensen boven het bestaan zelf): zonder deze verhandeling nog te willen uitbreiden met een biologische studie (die overigens in feite onmisbaar is in dit perspectief) moge ik één zin aanhalen van Pierre Teilhard de Chardin: „De mens van morgen zal op zijn hopen graan, kolen, ijzer, uranium — onder de eerste de beste demografische druk — in staking gaan, als hij ooit de smaak van het ultra-menselijke verliest. En niet zo maar een smaak: maar een hevige en grondige smaak die steeds aangroeit naarmate in hemzelf het vermogen tot visie en handelen toeneemt" (57). Zonder een hartstochtelijk geloof in de toekomst van de mensheid, een geloof dat bergen kan verzetten, zal het moeilijk zijn de maatregelen onder 2. c. te verwerkelijken noodzakelijk voor de opbouw van een vrije, overvloedige wereldsamenleving. Het kan geen toevalligheid zijn dat alle historische beschavingen zijn voortgekomen uit een religieuse ervaring. Het is ten enenmale onwaarschijnlijk dat iets anders ons dit hartstochtelijk geloof in de mensheid en een menswaardige toekomst zal kunnen teruggeven, dan een geloof in een schepping, waarvan wij zelf de bekroning zijn, en een scheppingsplan, waaraan wij als medewerkers met de Schepper ons aandeel kunnen vinden. Geloof is een merkwaardig verschijnsel. Gelooft men in de oppermacht van sexuele en agressieve driften, dan is men ook inderdaad daaraan onderworpen, en hebben de analytici met hun mensbeeld gelijk. (Freud zegt: „De mens is een wezen met weinig intelligentie, dat door zijn driftwensen wordt beheerst") (58). Maar omgekeerd, wie gelooft in de almacht van de Schepper wordt vrij gemaakt van zijn instincten en van de wetmatigheden van zijn omgeving, en vindt in Zijn wil zijn bestemming (Romeinen 12 : 1 en 2). Frankl noemt het menselijke zijn facultatief, niet een „nu-eenmaal-zo-en-niet-anderszijn-moeten", maar een „altijd-ook-anders-worden-kunnen". Dit is in overeenstemming met de geschiedenis, die laat zien dat de ontwikke-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen