GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 41

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

PERSBERICHT RU. LEIDEN NR. 154

25

de toestemmingseis - met een onherstelbaar comateuze patiënt hetzelfde mogen doen als met een dode, dat wil zeggen sectie en ojgaanverwijdering. Ongeneeslijk coma wordt daarentegen wel uit een juridisch en ethisch oogpunt gemotiveerd aanvaard als een argument voor het mogen staken van de levensbehoudende behandeling van de patiënt (IV. 4b), omdat dan de consequentie is, dat het reeds onherstelbaar geworden en reeds vergevorderde sterfproces van de patiënt zich kan voltooien en niet dat men reeds zou mogen ingrijpen in de lichamelijke integriteit van een diep-bewusteloze stervende. Neurologisch is niet aantoonbaar, of een comateuze patiënt niet of wel nog denkt of gewaarwordingen ondergaat. In uitzonderingsgeval is gebleken, dat dit wel gebeurt (bijlage 7 en II, 3a). Als een permanent comateuze patiënt niet meer denkt of gewaarwordingen ondergaat, is het zinloos hem in leven te houden, omdat leven zonder daarvan ooit nog iets gewaar te worden zinloos is voor de betrokken persoon. Het nalaten van een zinloze handeling mag aan de arts niet verweten worden. Het impliceert geen schuld in juridische zin en is daarom in Nederlands recht geen strafbare gedraging, ook al sterft daardoor de patiënt. Als de permanent comateuze patiënt wel nog denkt of gewaarwordingen ondergaat, wat niet met zekerheid valt uit te sluiten, mag de arts doorgaans gerechtvaardigd veronderstellen, dat de patiënt in deze omstandigheden levensbehoudende behandeling zou weigeren, indien hij zijn mening zou kunnen vormen en zijn wil tot uitdrukking zou kunnen brengen. Het in leven houden van een permanent comateuze patiënt moet derhalve in het algemeen geacht worden zinloos te zijn of in strijd met de wil van de patiënt. Hierbij worden religieuze overwegingen buiten beschouwing gelaten. Het in stand houden van menselijk leven in permanent coma, alleen ter wille van anderen, is de patiënt als object te zien in plaats van als subject. Dit is medisch-ethisch onaanvaardbaar, want de arts behandelt zijn patiënt in diens eigen belang en niet in het belang van derden. Omdat alleen een hersenspecialist de diagnose „irreversibel coma" op verantwoorde wijze kan stellen, kan alleen hij - veelal pas na collegiaal overleg - gerechtvaardigd de beslissing nemen de levensbehoudende behandeling te staken. Deze diagnose is nog zeer moeilijk en kan dikwijls pas na enige tijd gesteld worden. De beslissing tot staken van de levensbehoudende behandeling mag niet genomen worden door de familie van de patiënt of door anderen. Zij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 41

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's