De Vrije Universiteit - haar ontstaan en haar bestaan 1880-1930 - pagina 234

DE BETEEKENIS DER UNIVERSITEIT

meerde op de wereld. Daarom heeft ze ook een roeping voor

heel de wereld te vervullen. In 1892 op de Generale Synode

van de Gereformeerde Kerken in Nederland, zeiDrKuyper:

,,Nederland heeft de roeping van God ontvangen, om het

Calvinisme te redden van den dood en weer met eere te

doen bloeien. ,,Of", zoo vroeg hij vier jaren later te Mid-

delburg, ,,of ligt er niet iets wonders in, dat, waar het

Gereformeerde wezen in Genèvc is doodgebloed, in het land

der Hugenoten uitstierf, en in het Schotland der Puriteinen

almeer verzaakt wordt, alleen in ons kleine Nederland aan

den afgehouwen tronk van het Calvinisme weer een rijsken

uitschoot, gaandeweg won in kracht, en nu reeds weer met

eere het hoofd mag opheffen? Nog een halve eeuw van

gelijken voortgang, en onze sterkte zal, mits we niet het

koord van het sectarisme om onze vleugelen binden, maar

die vleugelen moedig durven uitslaan, om te benijden zijn.

Zelfs zie ik geen oorzaak, waarom we onze hope binnen de

grenzen van ons vaderland besluiten zouden. Of leeft er

niet in het land der pelgrimvaders, die van Delft uittogen,

een breed vertakte Nederlandsche volksplanting, die ook in

Amerika nieuw leven deed ontluiken en ook bij de niet-

Hollandsche kerken aan het Calvinisme weer ingang

schonk? Is voor Afrika Transvaal niet het land der toe-

komst, en heeft ook daar niet het Calvinisme een kracht

geopenbaard, die ons aan de aloude worsteling tusschen

Hollands leeuw en den Britschen luipaard herinnerde? Ligt

in Azië, zoo onze Zending maar uit zwakheid kracht mag

gewinnen, niet heel uw Archipel voor ons open? Is zelfs

niet in Japan een Calvinist van echten bloede als hoog-

leeraar aan een Godgeleerde school opgetreden? Wat klaagt

en wanhoopt ge dan? Of neemt dan het getal niet ziender-

oogen toe van jonge mannen, opgeleid ook in hoogere

wetenschap, die uw woord vertolken, en de diepte der

dingen voor u peilen kunnen? Liggen de dagen onzer ver-

smading, dat er geen smid in Israël was, dan niet reeds verre

218

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen