GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vijfenzeventig jaar Vrije Universiteit - pagina 108

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vijfenzeventig jaar Vrije Universiteit - pagina 108

Gedenkboek bij het vijfenzeventig-jarig bestaan der Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geesink en De Hartog — zijn er na vijftien jaar toch nog maar acht

hoogleraren, omdat Hoedemaker tengevolge van de Doleantie verdwe-

nen was en Dilloo naar Duitsland was teruggekeerd. In 1896, na zestien

jaar dus, is het aantal weer precies even groot als bij het begin, name-

lijk vijf!

Dit alles kan slechts de bewondering voor dit kleine groepje hoog-

leraren vergroten. Ze moeten zelf het besef gehad hebben, wetenschap-

pelijk eigenlijk niets goed te hebben kunnen doen. Kuyper moest dogma-

tiek doceren, maar ook encyclopaedic; Hebreeuws, maar ook Neder-

landse letterkunde. Daarenboven werd voor de organisatie der Vereni-

ging een doorlopend beroep op ,,alle" hoogleraren gedaan. Ze konden

niet op de vergaderingen ontbreken en moesten daar leiding geven of

spreken. Daarnaast deden kerk en politieke partij voortdurend een be-

roep op hun tijd en studie. Wat heeft deze kleine groep mannen

nochtans in die eerste vijftien jaar gepresteerd! Maken we na vijf-

tien jaar de balans der V.U. eens o p : niet minder dan zes en

zeventig candidaten in de theologie zijn er dan aan de V.U. klaar

gekomen. Wie zal ooit bevroeden, wat deze mannen betekend

hebben voor de versterking van het Nederlandse Calvinisme? De

juridische faculteit kan voor dezelfde periode wijzen op vier docto-

ren, de literaire faculteit op twee en de theologische faculteit eveneens

op twee.

Toch heeft men zelf de zwakheid der Vrije Universiteit als weten-

schappelijk instituut terdege gevoeld. Men sprak in deze periode uit-

drukkelijk uit, dat men de effectus civilis — de erkenning der universi-

taire graden in het publieke leven — nog niet moest begeren. Realisme

en besef van eigen zwakheid spreekt ook uit de beperking, die men

zich ten aanzien van het aantal faculteiten oplegde. Van het begin af

was er een vurig verlangen een eigen medische opleiding te krijgen.

Als in één faculteit het materialisme zijn verwoestende krachten had

vertoond, dan wel in de medische, waar verkondigd werd dat geloof en

wetenschap tegenstellingen waren. Vooral op het gebied van de krank-

zinnigenverpleging werd ervaren, hoe ingrijpend geest en stof elkaar

beïnvloeden. Tussen de Vereeniging tot Christelijke verzorging van

krankzinnigen in Nederland en de Vrije Universiteit is dan ook van

de aanvang af een hechte band geweest. Reeds in 1883 kwamen,

eigenlijk ongevraagd, de eerste gelden voor de medische facul-

teit binnen; sindsdien steeg deze steeds ongebruikte post regelmatig.

In 1891 werd officieel de vraag aan de orde gesteld, of er althans geen

hoogleraar in de psychiatrie kon worden benoemd. De vraag werd

104

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955

Publicaties VU-geschiedenis | 238 Pagina's

Vijfenzeventig jaar Vrije Universiteit - pagina 108

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955

Publicaties VU-geschiedenis | 238 Pagina's