De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 81
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
4. 'Stemmen des Tijds'
Stemmen des Tijds was een tijdschrift, dat in 1912 modem wilde
zijn. De daaraan ontleende titel van dit hoofdstuk betekent echter:
stemmen uit de tijd van de Eerste Wereldoorlog tot de dood van
Kuyper en Bavinck, de nieuwe geluiden uit christehjke kring. In dit
hoofdstuk beperk ik me tot enkele karakteristieke pubhkaties van
een aantal gereformeerde auteurs.
Anema schreef in 1916, in de vijfde jaargang van Stemmen des
Tijds: 'Ons tijdschrift werd geboren onder den drang, om ons als
geloovige christenen rekenschap te geven van onze positie tegenover
de cultuur-problemen van onze tijd.' De toon van deze auteur, die
rekenschap wilde geven samen met niet-gereformeerde
redactieleden, was anders dan de bekende stem van de bevelende
veldheer, die Kuyper heette.
Op 1 juli 1914, vlak voor de mobihsatie op de grenzen van
Limburg, sprak prof. dr. J. Woltjer (1849-1917) op de eerste
wetenschappeUjke samenkomst bij de jaarvergadering van de VU,
over Het Wezen der Materie. Dat was een gewaagd onderwerp voor
een classicus in een land waar vijf Nobelprijswinnaars in de
natuurkunde en scheikunde werkzaam waren: Van 't Hoff (1901),
Lorentz en Zeeman (1902), Van der Waals (1910) en Kamerlingh
Onnes (1913). Woltjer moest zich dus rekenschap geven van de
door hen en door de quantenhypothese van M. Planck (1900) en de
speciale relativiteitstheorie van A. Einstein (1905) zich grondig
veranderende natuurwetenschap.
Mede door zijn zoon H.R. Woltjer, die in het jaar van de rede
promoveerde op het proefschrift Magnetische Splitsing en Tempera-
tuur, stond Woltjer niet vreemd tegenover deze ontwikkeUngen. De
classicus R.H. Woltjer en de natuurkundige H.R. Woltjer hadden
beiden trouwens een deel van de belangstelling van hun vader
geërfd.
Woltjer ging in zijn rede uit van de moderne natuurwetenschap
en hij wees op de daarin aanwezige zeer oude tegenstelling tussen
de atomistische opvatting en die van de continuïteitsleer. Maar deze
tegenstelling was niet absoluut en Woltjer stemde met de meeste
geleerden in, dat kracht het wezen der materie was. Hij sprak van
77
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's