Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 174
De Vrije Universiteit 1880-2005
druk. De Vrije Universiteit heeft zich er weinig van bewust getoond dat zij na Kuyper en
Bavinck opnieuw twee oorspronkelijke geesten van internationale allure in haar midden
had.
WATERINK
Er zijn geleerden die slechts tot hun recht komen in de engste sferen van de wetenschap.
Waren die voor hen gesloten gebleven, dan hadden zij het in de maatschappij tot niets
gebracht. Maar van hoeveel vu-hoogleraren dat ook gezegd zou kunnen worden, Jan
Waterink past niet in deze categorie. Men zou hem pedagoog kunnen noemen, psycho-
loog, theoloog enfilosoof,schreef zijn leerling G. Wielenga, 'maar zeker ook zakenman,
pastor, prediker'.^^ Dat kunnen we weten, omdat Waterink zich op die terreinen bewo-
gen heeft. Maar hij wekt de indruk daarmee zijn grenzen niet gevonden te hebben. Wa-
terink zou in elke functie inzetbaar zijn geweest, en overal zou het hem zijn gelukt zijn
aanwezigheid merkbaar te maken. Zo ging het ook aan de Vrije Universiteit. Hij was be-
noemd op krediet, voor een vak waarin hij volgens de faculteit nog niets gepresteerd had.
Binnen drie jaar gold hij als een man van invloed en gezag^^', en bij het gereformeerde
publiek genoot geen van de professoren zo veel bekendheid en waardering, tot Wate-
rinks volle tevredenheid. 'He was not conceited at all,' zeggen de varia in de studenten-
almanak. 'He simply regarded himself as a completely exceptional person.'^^^
Als pedagoog en psycholoog had Waterink genoeg aan zichzelf Als hij zich uitsprak
over theoretische vragen, was het in zeer algemene zin. Hij poneerde wel de noodzaak van
een christelijke psychologie, maar maakte dat niet concreet.^**^ Hij vertrouwde op zijn in-
tuïtie, en presenteerde vervolgens zijn conclusies alsof ze op onderzoek berustten. 'In ons
laboratorium werd vastgesteld,' verklaarde hij dan, zonder toetsing en verificatie, en ook
zonder in te zien dat hij eigenlijk niet meer gedaan had dan een hypothese formuleren.
Zijn publicaties moesten het hebben van ervaringen, voorbeelden en anekdotes, neerge-
schreven in een gemoedelijke en tevens autoritaire stijl, die bij het bredere publiek veel
succes had.^^"* Hij was een voortreffelijk docent, die altijd scherp oplette of hij contact
hield met zijn gehoor, om als hij dat dreigde te verliezen onmiddellijk met een aanspre-
kend exempel of een amusant voorval uit de praktijk de luisteraars weer mee te krijgen.^^s
Waterink bestudeerde de mensen niet alleen, hij hield van ze. Waarneming en betrok-
kenheid gingen bij hem samen. Hij heeft mij geleerd, schreef Wielenga, nooit een jong
kind te onderzoeken voordat je eerst samen echt gelachen hebt.^**^ Zelf had Waterink
geen kinderen, maar hij kon zich als geen ander in zijn medemens verplaatsen, van wel-
ke leeftijd die ook was. Zo is hij in oorlogstijd, naar het getuigenis van Oranje^^^^ voor al-
le studenten die zijn raad vroegen 'een bron van kracht geweest'. Zo ook was hij de
vraagbaak van gereformeerd Nederland, omdat hij zo herkenbaar was als medegelovige.
Waterink had het dikwijls over 'de eenheid des levens', en bedoelde dan dat er harmonie
moest zijn tussen woord en werk, gedachte en daad.^^* Eenheid dus ook tussen denken
170 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's