Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 222
De Vrije Universiteit 1880-2005
liefden, is minstens een vraag'.^'s De seksuele revolutie is in dit citaat nog ver weg, maar
de neiging tot non-conformisme onmiskenbaar. De studente W.F. van Stegeren, jaar-
gang 1946, herinnerde zich die jaren als een voortdurend opzoeken van de grenzen. Wat
kon je je veroorloven, hoever mocht je gaan.''''^
De behoefte aan intensievere geestelijke begeleiding ook bij de optredende schaalver-
groting kreeg uitdrukking in de instelling van het studentenpastoraat. Het jaarboek van
1948 noemt de gereformeerde S.J. Popma en de hervormde J.M. van Veen.^'7 Van een
studentenpredikant werd een zekere ontvankelijkheid voor de moderne cultuur ver-
wacht, maar nog altijd in gebondenheid aan de gereformeerde traditie. Elke universiteit
heeft haar eigen stijl en geur, schreef Popma in een artikeltje over het studentenwerk.
'Aan de Vrije Universiteit is het de grondovertuiging van het calvinisme, die de stijl be-
paalt.'^'^ In Sermo, het landelijke orgaan van de studentenpastores, schreef ds. J. Hessels
Mulder in mei 1955 een artikel over de Dordtse leerregels. Die spraken direct vanuit de
bijbel, en de opstellers wilden niets anders doen 'dan ook hier discipelen, leerlingen te
zijn van de Christus der Schriften'. Niet ieder erkende dat. Maar moest er daarom over
gezwegen worden.?'''' In 1955 kwam H.M. Kuitert naar Amsterdam als opvolger van
Popma. In Pharetra legde hij uit hoe hij zijn taak zag. Een dominee kan 'vertellen hoe hij
over God denkt, maar vooral: hoe God over hem en ons denkt'.^^ Het is haast alsof we
De Graafhoren. Maar die zou hebben volstaan met de tweede helft van het citaat. Voor
Kuitert ging mettertijd de eerste helft overheersen. Het verschil was in 1955 nog zeer
klein, en de toon van Sermo wezenlijk orthodox, ook in de bijdragen van Kuitert. Wel
zette het studentenpastoraat vensters open. De fysicus P. Kuijper, aangekomen in 1953,
vond later, dat 'de aandacht voor vragen over het bezig zijn als christen in de wereld
vooral gewekt werd door de studentenpredikanten in hun blaadje Sermo'.^^'
Op die vragen zou Sermo ook nieuwe antwoorden zoeken. Kuitert zei later over zijn
studententijd dat de jonge theologen niet terug wilden naar de traditie, maar nog niet
konden zeggen hoe ze dan wel verder moesten. 'Hoe ontworstel je je aan zekerheden,
waarvan je merkt dat ze geen zekerheden meer zijn? En hoe maak je dat op een nette,
duidelijke en niet al te provocerende manier weer aan anderen duidelijk.?'^^^ De vijftig
jaar oude herinnering kan natuurlijk wat zijn bijgekleurd, maar de studentenpredikant
Popma nam bij studenten van deze generatie ook al een protesthouding waar.^^3 Voor
het corps traden H.A. Wiersinga en H.M. Kuitert als sprekers op in een duovoordracht
over levenskunst, met als motto het woord van Nietzsche, 'nur wo Graber sind, gibt es
Auferstehung'. Beiden werden met een kruik jenever beloond.^^"t Hun medestudent
G.Th. Rothuizen bediende zich in zijn vele bijdragen aan Pharetra van een meer ponti-
ficale stijl, maar schreef wel dat we Calvijn niet moesten gebruiken om onze hedendaag-
se problemen op te lossen.^^s Volgens corpsrector A.J. Dunning kon het goede antwoord
in elk geval niet komen van de gangbare orthodoxie. Voor een echt evangelische levens-
houding was meer nodig dan 'de heiligenschijn der rechtzinnigheid'. Van de academi-
sche senaat was daarbij echter niet veel hulp te verwachten, want dit collectief huldigde
EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's