Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 141
De Vrije Universiteit 1880-2005
Schrift.'^ De jurist V.H. Rutgers haalde in zijn openingsrede op de jaarvergadering van
1935 Berkouwers proefschrift met instemming aan. Daar was aangetoond dat de leer van
Karl Barth niet overeenkwam met 'de leer der Schrift, gelijk die door Calvijn is erkend'.'
Op dat punt mocht geen onduidelijkheid bestaan.
De Vrije Universiteit bleef haar tweevoudige bijdrage leveren aan de bloei en instand-
houding van de gereformeerde wereld. Zij zorgde dus voor het kader en voor het princi-
piële fundament. Met het eerste had ze veel succes. Misschien is er geen beter bewijs dan
Grosheides klacht tegenover Idenburg, dat de Anti-Revolutionaire Partij wel hervorm-
de en christelijk gereformeerde theologen in leidende posities plaatste, maar nooit gere-
formeerde.'" Zonder zich daarvan bewust te zijn heeft hij later zichzelf beantwoord, toen
hij in een propagandistisch artikeltje de betekenis van de Vrije Universiteit voor het ge-
reformeerde volk aangaf Vroeger waren er slechts enkelen die leiding konden geven in
kerk, staat, wetenschap en kunst. Nu zijn ze er in overvloed. 'Tot op de kleinste dorpen
vindt men wetenschappelijk gevormde gereformeerde mannen.'" Dat was goed gezien:
in andere kerken moest men dikwijls nog op de dominees terugvallen, maar de gerefor-
meerden hadden een veel ruimer aanbod van intellectuelen. De Vrije Universiteit, zei
Schouten, 'heeft voor een belangrijk deel voorzien in de behoefte van het gereformeerde
volksdeel aan een staf van leiders en voorgangers'.'^ Dat was haar voornaamste taak,
meende ook Colijn. Slechts weinig studenten zouden zich later aan de wetenschap kun-
nen wijden. De meesten gingen de praktijk in, om daar, indien ze aan de verwachtingen
beantwoordden, 'als dragers onzer beginselen een sieraad der maatschappij' te worden. '^
Aan theologen is geen gebrek, vulde Gerbrandy aan; wie die faculteit kiest mag zich wel
afvragen of hij echt geroepen is. Maar hoog opgeleide calvinisten blijven dringend nodig
op alle levensterreinen.'+
Zouden het echte calvinisten zijn, dan moesten zij staan op dat gereformeerde funda-
ment. In zijn openingsrede voor de jaarvergadering in 1929 temperde A.A. van Schelven
te hoog gespannen verwachtingen, door de beperkingen van elke opleiding aan te geven.
De Vrije Universiteit kon nooit garanderen dat haar afgestudeerden gereformeerde
theologen, juristen enzovoorts zouden zijn. Ze kon wel verzekeren dat zij kennis beza-
ten van de gereformeerde beginselen.'' Dat was de taak van de universiteit, dus van de
wetenschap. Maar ook wetenschapsbeoefenaars hadden hun gebreken. Ze zouden wel
eens doodlopende wegen inslaan en op hun schreden moeten terugkeren. Het was beter
te dwalen dan aan de diepste vragen voorbij te gaan. Waar het op aankwam was dat de
universiteit haar hoofdtaak niet uit het oog verloor: 'dat zij het getuigend zal opnemen
tegen de wetenschap, die niet met Gods Openbaring rekent'.
Wat die gereformeerde beginselen waren geeft Van Schelven niet aan. Het is een
vraag die in de jaren dertig definitief uit de belangstelling lijkt te zijn verdwenen.
Heemskerk is naar ik meen de laatste geweest die er een rede aan gewijd heeft, bij het
vijftigjarig bestaan van de Vrije Universiteit in 1930. Laat men die nu eindelijk eens hel-
der aangeven, verzucht hij. Er moeten toch duidelijk aanwijsbare gereformeerde begin-
CHRISTELIJKE WETENSCHAP 19261955 137
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's