Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 200
De Vrije Universiteit 1880-2005
moogt u voor uw geweten ook wel afvragen, of het een onafwendbare plicht is, verschil
van meening op kerkelijk gebied ook te laten resulteeren in het in gevaar brengen van in-
stituten, die gij vroeger in stand hebt helpen houden of mede hebt opgericht.'"^ss Die ge-
wetens hebben niet krachtig gesproken. Weinig vrijgemaakten zouden na 1944 de Vrije
Universiteit nog als hun eigen zaak beschouwen. De universiteit zelf heeft buiten haar
herhaaldelijke neutraliteitsverklaring evenmin stappen in hun richting gezet. Toen
Oranje zijn rede uitsprak was de synode-praeses Berkouwer sinds kort bevorderd tot ge-
woon hoogleraar, en het moderamenlid J. Hoek benoemd tot curator. Daar stond geen
enkel gebaar ten gunste van de vrijgemaakten tegenover. In feite heeft de Vrije Univer-
siteit in hun afzijdigheid berust, zonder te pogen hen terug te winnen.
Het verschil tussen 1926 en 1944 is opvallend groot. Beide keren heette het dat kerk
en universiteit ieder hun eigen weg moesten gaan. Maar in feite werd instemming met
Assen een benoemingseis, zoals bleek bij de start van de vierde faculteit. De kerkelijke
uitspraken over verbond en doop daarentegen hebben bij het benoemingsbeleid nooit
een rol gespeeld. Niemand zag blijkbaar de opvattingen van Schilder als een bedreiging
voor de gereformeerde wetenschap. Er was nog een groot verschil. Geelkerken had de
intellectuele voorhoede om zich heen verzameld. De meesten van die intellectuelen gin-
gen niet met hem mee, maar de sympathie voor zijn richting bleef in de gereformeerde
kerken leven. Onder de vrijgemaakten ontbraken de intellectuelen evenmin, maar juist
zij keerden zich in de eerste jaren dikwijls weer van hen af Het aantal potentiƫle hoogle-
raren in hun kring bleef daardoor zeer beperkt. Ondanks de vele benoemingen vanaf
1945 bleven vrijgemaakten buitengewoon schaars. Het had anders kunnen lopen als
Vollenhoven en Dooyeweerd de partij van Schilder hadden gekozen. Dan zouden de
vrijgemaakte kerken een sterkere relatie tot wetenschap en universiteit hebben gekend,
en het voor de vu-bestuurders noodzakelijk gemaakt hebben hun houding tegenover de
vrijmaking te bepalen. Zoals de zaken gingen, hebben de vrijmaking en haar gevolgen
voor de Vrije Universiteit slechts marginale betekenis gehad.
IN HET OUDE SPOOR VERDER?
GEREFORMEERD IN EEN OVERGANGSTIJD
Tijdens het interbellum was de Vrije Universiteit precies wat de titel van dit boek aan-
geeft: een hoeksteen in het verzuild bestel. Zij bestond omdat de zuil haar nodig had als
kaderschool en studiecentrum. Zolang die zuil stevig overeind stond was ook haar posi-
tie verzekerd. Dan had de samenleving behoefte aan haar oud-leerlingen, en dan zou de
vraag naar haar wetenschappelijke product constant blijven. Om zich te handhaven zo-
als ze was en wilde zijn, had de universiteit dus een krachtig levende, innerlijk gezonde
gereformeerde kerk nodig, en een enthousiasmerende, doelbewuste Anti-Revolutionai-
196 EEN HOEKSTEEN IN HETVERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's