Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 82
De Vrije Universiteit 1880-2005
Niet dus het prototype van de stugge, hoekige calvinist, maar toch strak en belijnd als
hij meende dat zijn plicht het vroeg. Als minister-president legde hij aan koningin Wil-
helmina uit waarom hij in afwijking van de voordracht dr. J.A.C, van Leeuwen had be-
noemd tot hoogleraar in de theologie te Utrecht. 'Ik ben overtuigd, dat de uitlegkunde
der Schrift niet wetenschappelijk kan worden beoefend, wanneer men niet begint met
het goddelijk gezag der Schrift in haar geheel te erkennen, aldus de Schrift uit de Schrift
zelve uitleggende.'^^ Daar sprak de vu-curator in het ambt van minister: wie de bijbel in
zijn aard miskent bedrijft valse wetenschap. Zo dacht men aan de Amsterdamse Keizers-
gracht, en zo moest het dus gaan aan het Haagse Binnenhof Ook als jurist zocht Heems-
kerk steeds naar directere verbanden tussen rechtsbeginselen en bijbelteksten dan bij-
voorbeeld de kritischer ingestelde Anema zich durfde te veroorloven.^3
Idenburg daarentegen was naar afkomst en levensstijl klassiek gereformeerd, voor ie-
dereen herkenbaar als kuyperiaan en calvinist. De discipline van de beroepsmilitair was
hem zozeer tot een tweede natuur geworden, dat hij in het kerkelijk leven de besluiten
van een gereformeerde synode onvoorwaardelijk volgde^'*, en zich in de politiek steeds
schikte onder de leiding van Kuyper, zonder blind te zijn voor diens gebreken. Hij heeft
hoge ambten bekleed, met name dat van gouverneur-generaal, en scheen voorbestemd
Kuypers plaats aan het hoofd van de Anti-Revolutionaire Partij over te nemen. Maar
Idenburg moest voorzichtig leven — hij leed aan verhoogde bloeddruk^^ - en vond het
ook niet moeilijk in de schaduw te staan. Zijn invloed in de gereformeerde wereld was
niettemin zeer groot, omdat hij het volle vertrouwen van Kuyper bezat, doch tevens in
staat was de eigengereidheid van de leider met beminnelijke beslistheid corrigerend bij
te sturen. Een buitenstaander als Willem Drees noemde hem 'een der sympathiekste fi-
guren' in de antirevolutionaire kring; belijnd, maar vooral ook breed en mild.^*"
Het best kwam hij echter tot zijn recht te midden van zijn geestverwanten. J. Wate-
rink woonde eens een partij vergadering bij, die door Idenburg met gebed werd gesloten.
Daar waren ook enkele achterhoekse antirevolutionairen, die de toekomst zonder veel
hoop tegemoet zagen. Toen ze naar huis terugkeerden zei de oudste: 'Nu kan ik weer en
nu durf ik weer. Idenburg heeft gebeden.' Dat kon hij, voegt Waterink eraan toe. 'Iden-
burg wist de nood van het volk op te dragen aan God, zoo, dat zijn gebed de nood uit al-
ler harten droeg.'^^ De zuiverheid van zijn persoon en de kracht van zijn geloof waren bij
Idenburg niet te scheiden. Die Gelderse landbouwers ervoeren het evenzeer als de stu-
denten van de Vrije Universiteit. Dat is wat indruk maakt op vriend en vijand, schreef de
student Evert Diemer bij Idenburgs overlijden: 'die levenshouding die zich onderwerpt
aan de wet des Heeren, en er geen tweeërlei moraal op na houdt'.^^ Principiële compro-
missen kende Idenburg niet. In al zijn mildheid was hij daarom steeds een man van de
strakke calvinistische lijn.
Ten slotte dan Hendrik Colijn. Wie zijn rol in de geschiedenis van het gereformeerde
volksdeel wil verstaan moet zich van één ding ten volle bewust zijn: Colijn is nooit te be-
grijpen zonder Abraham Kuyper. De calvinisten waren machtig geworden onder de
78 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's