Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 81
neer men 2" geldstroom posities meerekent) bijna verdubbelde
Naast schaalvergroting is er sprake van andere belangrijke veranderingen De
democratisering resulteert m een situatie waarin de vanzelfsprekendheid van het
gezag van de zittende hoogleraren is weggevallen De invloed van wetenschappe
lijke medewerkers en hoofdmedewerkers op karakter en prestatie van de subfacul
teit neemt navenant toe Die ontwikkeling wordt versterkt door de effecten van de
leeftijdsverandering van zowel medewerkers als hoogleraren Het vertrek, halver
wege de hier behandelde periode, van twee founding fathers, Wiggers en
Uytenbogaardt, past m deze veranderende patronen Tegelijkertijd gaan zich met
het verstrijken van de jaren binnen de vakgroepen meer interne wrijvingen voor-
doen of, misschien juister, manifesteren Dat kan deels verklaard worden uit het
feit dat met het geleidelijk verbeteren van personele en materiele randvoorwaar-
den de noodzaak tot onderlinge solidariteit minder acuut wordt Maar vooral de
individuele ontwikkeling van de merendeels op jeugdige leeftijd aangetrokken
medewerkers speelt een rol Persoonlijke ambities, inzichten en verwachtmgspatro
nen komen meer op de voorgrond te staan, sluimerende tegenstellingen met colle-
ga's worden minder vanzelfsprekend met de mantel der liefde bedekt Vooralsnog
heeft alleen de vakgroep paleontologie stratigrafie, die zich pas tegen het eind van
de jaren '70 kan gaan ontwikkelen, weinig last van dit verschijnsel
Schaalvergroting en democratisering leiden tot onomkeerbare veranderingen Van
"knus en informeel tot onpersoonlijk en bureaucratisch Dat laatste houdt oven
gens ook in sterke mate verband met de toenemende bemoeienis van de overheid
met het wetenschappelijk onderwijs (zie hoofdstuk 4) Maar de ontwikkeling heeft
ook zijn positieve kanten De professionaliteit, zowel in onderwijs en onderzoek
als m bestuur en beheer, neemt ongetwijfeld toe
Naast de hierboven genoemde algemene ontwikkelingstendensen, maar deels daar
ook mee samenhangend, is er in de periode 1972-1982 binnen de VSF sprake van
een verschuiving van zwaartepunten Tot m de late jaren '60 was er sprake
geweest van een globaal evenwicht tussen geologie en fysische geografie Dat
evenwicht was met zozeer gebaseerd geweest op de, m absolute zin geringe, stu
dentenaantallen, maar veel meer institutioneel bepaald Vanaf het begin van de
jaren '70 gaan zich veranderingen voordoen De belangrijkste oorzaken daarvan
liggen enerzijds m het keuzepatroon van de groeiende studentenpopulatie en
anderzijds in de effecten van de landelijke herstructurering der aardwetenschappen
Potentieel was met de toewijzing van de hoofdgroeperingen ertskunde, paleontolo
gie, hydrogeologie en Kwartairgeologie de scope van de geologie aan de VU aan
zienlijk verbreed ten opzichte van de uitgangssituatie (ook al legitimeerde de her
structureringsovereenkomst in feite in veel opzichten ontwikkelingen die intern
reeds m gang waren gezet) De mate waarin die potenties verzilverd konden worden
hingen samen met enerzijds de feitelijke effectuering van de uitkomsten van de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's