Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 201

5. De Periode 1991-2001

In dit laatste hoofdstuk komt de meer recente geschiedenis van de aardweten

schappen aan de Vrije Universiteit aan de orde Het gaat om een periode met in

grijpende en soms stormachtige ontwikkelingen Gezien het beperkte historische

perspectief is een zekere terughoudendheid m acht genomen waar het gaat om

het duiden en waarderen van wat zich heeft afgespeeld Allereerst wordt een

samenvattend overzicht gegeven waarin een aantal hoofdlijnen wordt geschetst

Daarna wordt in afzonderlijke paragrafen aandacht besteed aan aspecten van de

ontwikkeling van onderzoeksscholen en van het onderwijs Tenslotte wordt inge

gaan op een aantal personele ontwikkelingen Er is, hoewel diverse aspecten zijde

Imgs aan de orde komen, van afgezien de ontwikkeling van het onderzoek sinds

1991 afzonderlijk te beschrijven Die ontwikkeling vond in toenemende mate plaats

binnen de interuniversitaire kaders van onderzoeksscholen en kan tevens met los

gezien worden van de organisatorische veranderingen en personele mutaties die

zich vanaf de late jaren '90 zouden voordoen Meer historische afstand lijkt

gewenst alvorens de uitkomst van een en ander definitief te taxeren Dat er in elk

geval van een omvangrijke onderzoeksproductie sprake was wordt geïllustreerd

door het grote aantal promoties (116) dat in deze periode werd gerealiseerd (zie bij

lage)

Een overzicht

Onderzoeksscholen herordening van het krachtenveld

De introductie van het stelsel van onderzoeksscholen markeert in verschillende

opzichten opnieuw een keerpunt m de ontwikkeling van de Faculteit der

Aardwetenschappen In formele zin omdat de faculteit met de participatie in een

aantal scholen veel bevoegdheden ten aanzien van het onderzoek uit handen zal

gaan geven' Maar op zichzelf verandert er daarmee weinig aan de status quo in

de interne verhoudingen De facto heeft het praktische onderzoeksbeleid al sinds

de jaren '60 steeds tot het domein van individuele leerstoelen, later vakgroepen

(deels ook secties en leerstoelen binnen vakgroepen), behoord Die situatie sloot

aan bij de kleinschaligheid van de organisatie en van de wetenschapsbeoefening m

de jaren '60 en '70, maar hing ook samen met de (ondanks de invoering van de

democratisering) traditioneel dominante en inhoudelijk onvervangbare positie van

de leerstoel Slechts op enkele, overigens cruciale, momenten was er aanleiding

geweest voor centraal beleid dat rechtstreeks van invloed was op de facultaire

onderzoekssituatie, zoals bij de keuzes die rond 1970 werden gemaakt m het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen