GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 338

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 338

De Vrije Universiteit 1880-2005

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

stelden curatoren zich bij monde van Meynen nog op het standpunt dat in die rang dis-

pensatie uitgesloten was.^+s Loyaliteit zonder instemming was onvoldoende. Dat zou

volgens Meynen onherroepelijk leiden tot een neutrale universiteit.34'^ Toen in 1970 de

decaan van de subfaculteit voor sociaal-culturele wetenschappen opmerkte dat bekwame

krachten dringend nodig waren, en dat daarom wel eens een ogenblik kon aanbreken dat

een niet-christen als hoogleraar werd voorgedragen, antwoordden curatoren, dat men

dan maar beter tot opheffing van de hele sector kon besluiten. Liever helemaal niets, dan

een subfaculteit die zich niet van de openbare universiteiten onderscheidde.^*? In 1971

echter waren curatoren in elk geval al zover, dat ze akkoord gingen met de benoeming van

een hoogleraar, die instemde zonder bij een kerkgenootschap te zijn aangesloten.^4^ In

een van zijn laatste vergaderingen met directeuren stelde De Gaay Fortman het pro-

bleem in het algemeen aan de orde, naar aanleiding van een individueel geval. In gesprek-

ken met de betrokkene was niets gebleken 'van enig begrip waarom het in dit verband bij

ons gaat'. Deze zaak stond ook niet op zichzelf 'De laatste tijd zijn ettelijke docenten be-

noemd van wie wij, bezien vanuit het bijzondere karakter van onze Vrije Universiteit,

niet veel hebben te verwachten. Zulke mensen blijken in het gesprek dat de rector met

hen heeft veelal ook niet de minste notie aangaande dat karakter te hebben. Er blijkt nau-

welijks over gesproken te zijn.' Dispensatie zou dan eigenlijk een eerlijker oplossing

zijn.349 Daar is het ook met hoogleraren in elk geval vanaf 1973 inderdaad toe gekomen.^so

Zo groeide het aantal personeelsleden voor wie de grondslag in feite geen betekenis

had. De Gaay Fortman drukte over die ontwikkeling al in 1969 zijn bezorgdheid uit. Er

waren zelfs nieuwelingen, bij wie 'van een zekere vijandigheid jegens de universiteit kan

worden gesproken'.^S' Het bestuur van de Vereniging achtte in 1976 de situatie ernstig

genoeg om van het College van Bestuur nadere informatie te vragen. Dreigde het even-

wicht tussen instemmers en gedispenseerden niet verstoord te worden.'^s^ Van Nes

trachtte de onrust te bezweren. In oktober 1976 deelde hij mee, dat vanaf 1972 in 30 ge-

vallen dispensatie was gevraagd, waarvan tot dan toe 22 afgehandeld waren. In de eerst-

volgende jaren werden er 32 verwacht, waarvan 21 reeds bekend waren.353 Waarop deze

prognose gebaseerd was gaf hij niet aan. Ze zou spoedig te optimistisch blijken, want zes

weken later zei Van Nes dat er in de toekomst 'niet meer dan 54 gevallen' werden ver-

wacht, terwijl de totale formatie van het wetenschappelijk personeel op ongeveer 1400

uitkwam.3S4

Het klonk geruststellend. Ook als die 54 allemaal zouden worden toegelaten, liep het

percentage gedispenseerden niet hoger op dan 5 a 6 procent. Een paar kanttekeningen

moeten we bij die cijfers echter wel maken. Ten eerste waren gevallen van vóór 1972 niet

in de berekening opgenomen, terwijl toch al in 1969 het toenemend aantal dispensaties

als een probleem werd gezien. Ten tweede was het begrip instemming gaandeweg nogal

vaag geworden, zodat ook onkerkelijken door de selectie heen konden komen. Ten der-

de liet Van Nes buiten beschouwing dat zittende personeelsleden die ooit hadden inge-

stemd, intussen van gedachten waren veranderd. Ze hadden dan de mogelijkheid alsnog

334 EEN HOEKSTEEN IN HETVERZUILD BESTEL

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 338

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's