Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 77
De Vrije Universiteit 1880-2005
chiater Leendert Bouman, 'zolang wij onze beginselen niet kunnen staven met bewijzen
aan de ervaring ontleend.'"^^^ Kuypers leer van tweeërlei wetenschap was ook Boumans
uitgangspunf*^*, maar een eigen weg stond hem niet helder voor ogen. Hermanides had
daar minder moeite mee, getuige zijn dikwijls geciteerde uitspraak: 'Christelijke weten
schap is doodgewone wetenschap, maar die rekening houdt met de waarheden van Gods
Woord.' En naast dat Woord stond de natuur. 'Beide doen ons verschijnselen, feiten,
waarnemingen kennen, daden Gods.'^^' Die leer van de dubbele openbaring zou maatge
vend blijven voor het werk van de vereniging.
De Christelijke Vereeniging voor Natuur en Geneeskundigen verdient een plaats in
de geschiedenis van de Vrije Universiteit, omdat zij tot 1930 als het ware de plaatsver
vangster is geweest van de nog niet bestaande faculteit der natuurwetenschappen. De
behoefte aan zo'n faculteit werd nog weinig gevoeld. Bakhuis Roozeboom had wel reeds
in 1881 Kuyper zijn diensten aangeboden om van zijn belangstelling te doen blijken,
maar hij dacht wel dat zijn faculteit het laatst van allen aan de beurt zou komen.'^^ Hij
heeft ongelijk gekregen, en zich ook in Kuypers prioriteiten vergist. Kuyper betrad met
zijn laatste grote academische redevoering in 1899 het terrein van de natuurwetenschap
pen, en sprak toen over het thema 'evolutie'. Terecht besefte hij, dat daar de grote prin
cipiële vraagstukken lagen waar de Vrije Universiteit over zou moeten meespreken, als
zij zich waar wilde maken als centrum van calvinistische wetenschap. Waren wij niet
meer dan een opleidingsschool, zegt Kuyper aan het slot van zijn rede, dan zou een me
dische faculteit het eerst aan de beurt zijn. 'Maar wie geen vreemdeling is in den princi
piëelen strijd onzer dagen, zal, na mijn rede, toch allicht toestemmen, dat de weten
schappelijke beslissing heden ten dage veel meer bij de Natuurkundige, dan bij de
Medische faculteit ligt. Een kundig botanicus, zoöloog, of antropoloog is, zullen we in de
worsteling der geesten niet achteraan komen, voor onze Universiteit een volstrekte be
hoefte.''*^^ De vervulling van deze specifieke wensen zou nog een halve eeuw op zich la
ten wachten.
1880-1905
Dat was de Vrije Universiteit gedurende de eerste vijfentwintig jaar van haar bestaan.
Smalsporig, strikt gereformeerd, klein in alles wat uitdrukking vindt in het getal; toch
zeer zelfbewust, volkomen overtuigd van eigen kwaliteit en betekenis. Ze was precies ge
worden wat Kuyper voor ogen had gestaan. Zijn grondstelling was de erkenning van de
soevereiniteit Gods over al het geschapene. Die gedachte werd het zuiverst belichaamd
in het calvinisme, en daarom moest de nieuwe universiteit calvinistisch en niets dan cal
vinistisch zijn.
Dat beginsel diende zij ongeschonden te handhaven en te bewaren, want in het geheel
van de gereformeerde organisaties nam zij de belangrijkste plaats in, als de hoeksteen van
ALLEEN OP WEG. 1880-1905 73
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
![Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 77](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/een-hoeksteen-in-het-verzuild-bestel-de-vrije-universiteit-1880-2005/2005/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's