GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 11

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. De Periode 1960-1971

Inleiding

BIJ de gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Vrije Universiteit verscheen

van de hand van professor dr. J.R. Van de Fliert een overzicht van de ontwikkeling

van de Aardwetenschappen aan de VU in de periode vanaf 1960 tot rond het eind

van de zeventiger jaren van de vorige eeuw (Van de Fliert, 1980).

Van de Fliert, m 1960 aan de VU benoemd tot hoogleraar m de historische en tek-

tonische geologie, was op dat moment decaan van de Verenigde Subfaculteiten der

Geologie en der Fysische Geografie' De toonzetting van zijn bijdrage was niet in

alle opzichten positief. Zo concludeerde hij met betrekking tot de aardwetenschap-

pen dat "de bijdrage van de Vrije Universiteit aan de wetenschapsbeoefening natio-

naal en internationaal tot nu toe betrekkelijk bescheiden is geweest en dat de ont-

wikkeling naar een eigen plaats en gezicht langer heeft geduurd en duurt dan m

een andere situatie verwacht had mogen worden". Hij wijt dat aan het feit dat er

sinds de oprichting, in 1960, van de subfaculteit der Geologie en die, in 1961, van

de afdeling Fysische Geografie allesbehalve sprake was "van stabiele kaders die de

noodzakelijke voorwaarden zouden moeten scheppen voor de optimale ontwikkeling

van welgefundeerd eigen beleid in de wetenschapsbeoefening en het leggen van

hechte fundamenten voor een goede onderzoektraditie in de aardwetenschappen".

In dat verband verwijst Van de Fliert onder andere naar groeiende studentenaantal-

len en de "zogenaamde democratisering" A\e er toe leidden dat "de accenten in de

opbouwfase allereerst op verbetering en intensivering van het toch al arbeidsinten-

sieve wetenschappelijk onderwijs [komen] te liggen" Maar daarnaast en bovenal

koppelt Van de Fliert zijn conclusies over wat op het gebied van de wetenschaps-

beoefening werd bereikt aan "de landelijke herstructurering van de aardweten-

schappen die in de eigen ontwikkelingsmogelijkheden van de Vrije Universiteit niet

alleen, maar ook in de persoonlijke werksituatie van individuele docenten^ diep

ingrijpt"

Ook Wiggers, de nestor van de aardwetenschappen aan de VU, stelt rond diezelf-

de tijd m zijn afscheidscollege (1981) " op het gebied van onderzoek hebben wij

als Instituut niet volledig aan mijn, wellicht wat te hoog gestelde verwachtings-

patroon beantwoord".

Objectief bezien echter is er weinig reden voor de wat sombere toonzetting m de

observaties van de beide hoogleraren van het eerste uur. In het najaar van 1982

maakt het dan zittende subfaculteitsbestuur de balans op. De grootscheepse

bezuinigingsoperatie "Taakverdeling en Concentratie" (zie hoofdstuk 3) is juist van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's

Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 11

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's