Een handvol filosofen - pagina 316
Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012
312 V E Vakfilosofische richtingen
protestantse huize was en aan katholie-
ke instellingen filosofie had gestudeerd.
Vooral aan deze instellingen had hij iets
gezien van de wisselwerking tussen het
christelijk geloof en de taken van een
universiteit. Met name zijn promotor
Bochenski, een dominicaan, was voor
hem een voorbeeld in het leggen van
verbanden tussen religieuze en filoso-
fische kwesties. Hij had eraan toege-
voegd dat, afgezien van de implicaties
van iemands relatie tot God, de idee
van christelijke dienstbaarheid in de
eerste plaats tot uiting behoort te ko-
men in de manier waarop mensen met
elkaar omgaan.'*^
Kirschenmann toonde een grote in-
zet voor zijn werk en participeerde ac-
tief in de twee faculteiten waarin hij
P.P. Kirschenmann was benoemd. Na een jaar kon hij de
Nederlandse taal spreken, beter dan
hijzelf wilde toegeven. Hij was zijn in
het Engels geschreven inaugurele rede begonnen met enkele Nederlandse zinnen en
had onder andere opgemerkt: 'Zeer gewaardeerde toehoorders, het spijt me dat ik
mijn rede niet in het Nederlands ga uitspreken, want ik heb Uw taal nog niet vol-
doende onder de knie'. Al was zijn Nederlands (met een Duits accent) aanvankelijk
soms moeilijk te volgen, in discussies zette hij zijn betoog onverstoorbaar voort. Bij
zijn collega's en studenten dwong zijn doorzettingsvermogen respect af. Bovendien
toonde hij zich een loyaal collega. In het jaar 1977-1978, toen Van der Hoeven gast-
docent was aan Calvin College in Grand Rapids en aan het Institute for Christian
Studies in Toronto, nam Kirschenmann zijn doctoraalcolleges moderne filosofie
over en toonde hij zijn onbetwistbare competentie op dit terrein. Hij had echter zo-
veel taken op zich genomen dat de benoeming in 1979 van drs. J.A. Radder en drs.
T.B. Jongeling als wetenschappelijk medewerkers hem zeer welkom was.
In het begin van de jaren tachtig participeerde hij in de studiegroep 'Natuurwe-
tenschap en Theologie' van het universitaire Bezinningscentrum, in de facultaire on-
derzoeksgroep 'Vrijheid' en leverde een doorwrochte bijdrage in de bundel die deze
onderzoeksgroep publiceerde.'^ Ook trad hij op als een van de sprekers op het lus-
trumcongres van de Centrale Interfaculteit in 1984.'*
Nadat Troost in 1984 met emeritaat was gegaan, nam Kirschenmann de leerop-
dracht wijsgerige ethiek op zich. Ook op dit terrein bewees hij zijn competentie.
Gedurende tien jaar zou hij deze taak vervullen, die in de bespreking van de Facul-
teit der Wijsbegeerte in het volgende hoofdstuk opnieuw ter sprake zal komen.
56 Brief van Kirschenmann aan Van der Hoeven (28 juni 1974), in Kirschenmann Personeelsdossier.
57 Kirschenmann, 'Vrijheid, emancipatie en de methodologie van de sociale wetenschappen, een contioverse'
58 Kirschenmann, 'Vrijheid en methode'
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's