GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 118

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 118

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

114 ^^ Nieuwefilosofischeuitdagingen (1^18-1940)

— volstrekt niet musikaal - vond ontspanning in zijn gezin en in het ontvangen van

bezoek. Hij genoot van converseren.

De filosofische gesprekken die Vollenhoven en Dooyeweerd sinds hun benoe-

ming tot hoogleraar bijna wekelijks hadden gevoerd, werden na hun verhuizing

frequenter; ook vonden zij regelmatig tijd voor een partijtje schaken. Ondanks en

dankzij verschillen van mening over bepaalde onderwerpen, scherpten zij hun filo-

sofische inzichten aan elkaar.

Zij hadden originele filosofische werken tot stand gebracht. Critici hebben de ori-

ginaliteit van met name Dooyeweerds werk wel betwijfeld en gewezen op de paral-

lellen tussen zijn theorie van de wetskringen en Nicolai von Hartmanns theorie van

de metafysische Seinsschichten. Indien Dooyeweerd in het begin van de jaren twin-

tig al kennis had genomen van Hartmanns theorie, dan moet toch gezegd dat zijn

kentheoretische analyses (evenals die van Vollenhoven) en zijn leer van wetskrin-

gen een volstrekt ander karakter hadden dan Hartmanns leer van hiërarchisch opge-

bouwde Seinsschichten. Bovendien kende Hartmanns theorie van de Seinsschichten

wel retrocipaties van hogere zijnslagen naar lagere, maar geen anticipaties van lagere

naar hogere. En juist de retrocipaties èn anticipaties in hun onderlinge verweven-

heid waren van wezenlijk belang voor het begrijpen van Dooyeweerds theorie van

de wetskringen.""

Ondanks kritiek, groeide de waardering voor het werk van Vollenhoven en Dooye-

weerd. Vooral onder hun oud-studenten was na het verschijnen van de eerste twee

delen van Dooyeweerds De wijsbegeerte der wetsidee in 193 5 zoveel enthousiasme

ontstaan om deze filosofie te bestuderen en uit te dragen, dat zij het initiatief namen

tot het oprichten van de Vereeniging voor Calvinistische Wijsbegeerte. Vollenho-

ven werd gekozen tot voorzitter en Dooyeweerd tot vice-voorzitter. Een van de an-

dere bestuursleden was Janse uit Biggekerke. Onder de titel Philosophia Reformata

begon de vereniging met de uitgave van een wetenschappelijk kwartaaltijdschrift.

In het voorwoord van het eerste deel van De wijsbegeerte der wetsidee had

Dooyeweerd zijn vreugde erover uitgesproken dat onder jonge wetenschappers

een kring van aanhangers van zijn filosofie was ontstaan. Schoolvorming was zijn

uitgesproken ideaal met de daaraan verbonden wens 'dat velen, die onze geestver-

wanten behoorden te zijn, maar die nog in een innerlijk verzet zich tegen de Chris-

telijke wetenschapsgedachte te weer stellen, overtuigd mogen worden'."''' Was deze

zin niet te aanmatigend geformuleerd? Zou een christen die niet tot de aanhangers

van Dooyeweerds filosofie behoorde, geen geestverwant genoemd kunnen wor-

den? En zou er van geen christelijke wetenschap sprake kunnen zijn, indien deze

niet was gebaseerd op Dooyeweerds wijsbegeerte der wetsidee? Dooyeweerd leek

destijds een beperkte opvatting te hebben van geestverwanten en christelijke weten-

schap. Jaren later zou hij deze beperktheid toegeven en zijn inzichten verruimen.

Het was helemaal in de lijn van Dooyeweerd en Vollenhoven dat in artikel 2 van de

statuten van de nieuwe vereniging zeer restrictief werd gesproken over de calvinisti-

sche wijsbegeerte: 'De Vereeniging, overtuigd, dat alle philosophie in haar uitgang,

145 Zie Verburg, Herman Dooyeweerd, pp. 80-82, 327, 361-362, 365-366. Zie Dooyeweerds reactie op Hart-

manns theorie, in Dooyeweerd, A New Critique, vol. II, p. 51. Dooyeweerd, 'Van Peursen's critische vragen',

pp. 122-124. O o k Dengerink, De zin van de werkelijleheid, pp. 194-211.

146 Dooyeweerd, De wijsbegeerte der wetsidee, deel I, p. ix.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 118

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's