GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 217

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 217

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

z opvolging van Van Riessen 213

Het faculteitsbestuur gaf geen krimp en bleef bij het voorstel om Geerstema te be-

noemen. Het college was van oordeel dat de Centrale Interfaculteit de inmiddels ont-

stane impasse had kunnen voorkomen, indien gekozen was voor een andere formule-

ring van de leeropdracht of voor uitstel van de benoemingsprocedure.'" Hoe dan

ook, de procedure was vastgelopen. De belangrijkste reden was dat het college in het

mondeling overleg met het faculteitsbestuur duidelijk had gesteld dat het alleen aan

een nieuwe hoogleraarsbenoeming in de faculteit zou meewerken, indien de kandi-

daat van 'buiten' zou komen, bij voorkeur uit het buitenland, en wetenschappelijk

aanzien zou hebben. Zoals gebruikelijk bestond de toets voor dit wetenschappelijk

aanzien uit gejureerde wetenschappelijke publicaties in diverse internationaal gere-

nommeerde tijdschriften.'" Dat Geertsema een overtuigd voorstander van de refor-

matorische wijsbegeerte was, speelde in de door het college gebruikte argumenten

geen rol. Het college wilde de indruk vermijden dat het een bepaalde filosofische

richting niet wenste.

In november 1982 berichtte het faculteitsbestuur aan de faculteitsraad dat Geert-

sema zijn sollicitatie in principe had ingetrokken.'^ In het geval zich alsnog nieuwe

mogelijkheden zouden voordoen, was hij echter bereid zijn besluit te heroverwe-

gen. N i e u w e mogelijkheden bleven echter uit, omdat zowel het college als de facul-

teit voet bij stuk hielden. O m de impasse niet langer te laten voortduren, berichtte

Geertsema in december van dat jaar aan het faculteitsbestuur, eerst mondeling en

vervolgens schriftelijk, dat hij zijn sollicitatie definitief i n t r o k . "

Binnen de Centrale Interfaculteit bestond de indruk dat het college van bestuur

bij de opvolging van Van Riessen geen medewerking wilde verlenen aan een voort-

zetting van de reformatorische wijsbegeerte. H o e w e l het college deze indruk wilde

vermijden, was zij niet geheel onbegrijpelijk. H e t college was goed geïnformeerd

over de situatie in de Centrale Interfaculteit en wist dat Van Riessen als reformato-

risch filosoof grote invloed gehad uitgeoefend op de interne gang van zaken in de

faculteit. O o k was het college bekend met de universiteitsbrede onvrede over zijn

geharnaste verdediging van de reformatorische wijsbegeerte die in belangrijke mate

gezichtsbepalend was geweest voor de faculteit. In interdisciplinaire debatten over

diverse onderwerpen, waaraan Van Riessen had deelgenomen, hadden verscheidene

collega's van andere faculteiten zijn inbreng meestal niet als relevant ervaren. Vanaf

1926 hadden Vollenhoven en D o o y e w e e r d en na hen had Van Riessen - meer dan

enige andere hoogleraar die de reformatorische wijsbegeerte was toegedaan - zijn

stempel op de filosofie aan de Vrije Universiteit gedrukt en de beeldvorming ervan

naar buiten bepaald.

O p n i e u w een reformatorisch filosoof voor systematische wijsbegeerte? Al waren

waarschijnlijk velen aan de universiteit die vonden dat het genoeg geweest was, voor

het college van bestuur was deze vraag niet direct relevant. H e t college was van m e -

ning dat het van filosofie geen verstand had. H e t beoordeelde alleen de voorgedra-

gen kandidaat en 'had tot een hard standpunt besloten, nl. openbreken van de "clo-

50 Faculteitsbestuur, Notulen, 14 en 28 september 1982, in archief GIF, doos lé.

51 Aldus H.J. Brinkman, destijds voorzitter van het college van bestuur, in een brief aan mij (19 april 2010), in

archief Woldring, doos IV, map 46.

52 Memorandum van het faculteitsbestuur {19 november 1982) aan de faculteitsraad, archief CIF, doos 2.

53 Aldus brief van Geertsema aan het faculteitsbestuur (6 december 1982) en brief van Geertsema aan mij (i

april 2010), in archief Woldring, doos IV, map 46.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 217

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's