GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Loon, winst en vermogen - pagina 17

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Loon, winst en vermogen - pagina 17

Rede uitgesproken ter gelegenheid van de achtentachtigste dies natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Belangrijker voor de nationale economie dan de verdeling van het vermogen is de wijze, waarop het vermogen wordt aangewend. Bovendien bedenke men dat in de genoemde cijfers geen rekening is gehouden met de waarde van de collectieve pensioenrechten der werknemers. De waarde van deze pensioenrechten kan wellicht het best benaderd worden door de hoogte der premiereserves en door de hoogte der beleggingen, die op onderstaande data de volgende bedragen vertegenwoordigen. a b c d e

Bedrijfspensioenfondsen Ondernemingspensioenfondsen Spoorwegpensioenfondsen Mijnwerkersfondsen Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds

ƒ -

5,0 miljard 6,7 „ 1,5 „ 1,2 „ 9,8 „

«) °) ") ") ^0

Totaalƒ 24,2 miljard Te bedenken valt voorts, dat de ongelijkheid van de vermogensverdeling zeer sterk is afgenomen in vergelijking met de periode vóór 1940. „In 1939 waren er volgens de statistiek van de vermogensbelasting ruim 55.000 personen met een vermogen boven ƒ 50.000,— en hun gezamenlijke vermogen bedroeg bijna 9 milliard gulden overeenkomende met ongeveer 45% van het nationale vermogen in dat jaar. Ervan uitgaande dat het prijspeil in 1963 ongeveer viermaal zo hoog was als het vooroorlogse, zou de benedengrens van ƒ 200.000,— in 1963 mogen worden vergeleken met de gekozen benedengrens van ƒ50.000,— in 1939. Het aantal personen met een vermogen groter dan ƒ200.000,— was 51.600 in 1963, dus lager dan het vooroorlogse aantal, terwijl hun gezamenlijke vermogen 27,8 miljard gulden bedroeg, overeenkomende met 15% van het nationale vermogen in 1963... Tegenover de relatieve vermindering van het procentuele aandeel van de middelgrote en grote vermogens in het nationale vermogen staat een zeer 5) Premie reserve per uit. 1966. °) Premie reserve per uit. 1966. '") Wiskundige reserve per uit. 1966. 11) CoDtante waarde pensioen verplichtingen per uit. 1966. 12) Belegd vermogen per uit. 1962/4,7 miljard; gedekt actuarieel tekort ingevolge de Saneringswet van 23 febr. '61 ƒ 5 , 1 miljard.

13

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1968

Rectorale redes | 26 Pagina's

Loon, winst en vermogen - pagina 17

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1968

Rectorale redes | 26 Pagina's