GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET EVANGELIE VAN JOHANNES.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET EVANGELIE VAN JOHANNES.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Heden ten dage is er groote belangstelling in de Evangeliën op' te merken. Niet alleen bij hen, die die Evangeliën als het geschreven Wooid van God geloovig aanvaarden, maar in veel breedere kringen.

Ten deele is deze herleefde belangstelling te verklaren uit het feit, dat de Evangeliën van meer dan ééne zijde gunstiger beoordeeld worden dan voor eenige decermiën het geval was.

De destructieve kritiek' der vorige eeuw, die in de Evangeliën niets dan mythen of symbolen zag met weinig of geen historischen inhoud, had ten gevolge, dat nagenoeg alle waarde aian d© Evangeliën werd ontzegd. Gelukkig is een kentering ten opzichte hiervan merkbaiax.

Een tweede oorzaak voor de vernieuwde belangstelling in de Evangeliën is ongetwijfeld te zoeken in de grootere plaa, ts, die de persoon van Jezus inneemt in d& n gedachtenkring va, n de menschen van onzen tijd.

Oververzadigd van cultuur, niet gelukkig geworden door de wetenschap', teleurgesteld in zijn grootsche verwachtingen van wereldvrede wendt zich het kind van onzen tijd met zijn honger naar geluk meer tot de Religie. Men interesseert zich meer voor Jezus, en dus ook voor de Evangeliën.

Tot op zekere hoogte is dit een verheugend verschijnsel te noemen. Ook' den Schriftgeloovige dringe het, de Evangeliën steeds meer te pnderzoefcen om hun rijkdom en schoonheid te leeren verstaan. Wij kennen ze zoo goed. Bij onze Schriftlezing in de huiselijke godsdienstoefening komen ze steeds weer aan d©' beurt. En toch kennen, wij ze zoo weinig. Wij kemien ze zoo' weinig, doordat wij ze zoo goed kennen.

Wij weten nog zoo weinig, welke schatten God de Heere aan Z-ijh kerk' in die Eva, ngeliën geschonken heeft.

Enkele opmerkingen in dit en de volgende artikelen mogen het Evangelie na, ar de .beschrijving van Johannes iets nader leeren kennen aan de lezers van dit blad.

Eerst zij iets gezegd over den schrijver. De oud© Christelijke traditie heeft eenstemmig als den schrijver van het vierde Evangelie aangewezen den apostel Johannes, den zoon' van Zebedeüs. En dit is nóg de meening der Christelijke" kerk.

Van kritische zijde wordt evenwel sedert lang het auteurschap! van dit Evangelie aan Johannes ontzegd, waarvoor allerlei argumenten zijn aangevoerd. Een heftige strijd is over d© z.g. Johaaaneïsche kwestie ontbrand. Over geen enkel Evangelie is zoo veel gediscussieerd als juist over het vierde. Een Engelsche Inleiding opi het N. T. (Moffat, Introduction to the N. T.) somt niet minder dan 220 werken op, die. over, het vierd© Evangelie handelen. ' "WsM^S9-

Nu is deze vraaf'^opi 'ziréhzelf niet van veel beteekenis. Het vierde Evangelie blijft evengoed Gods Woord, ook al is het niet door Johannes maar' door eèn onbekende geschreven. Want d© eigen lijke auteur is immers de Heilige Geest. ­

Toch wordt van geloovig© zijde steeds tegen g©noemde kritiek de strijd aangebonden. Wiant deze kritiek heeft vaak een vooropg©z©t doel. Als het door den zoon van Zehedeüs is geschreven, is het afkomstig van een ooggetuige en dus b©trouwbar© historie. Nu wordt het vaak aan Jo|iannes ont­ zegd en veel later gedateerd, b.y. midden der tweede eeuw. Dan is de schrijver dus geen ooggetuige. Dan heeft hij al wat hij schrijft, moeten putten uit d© tweed© of de derd© hand, slechts uit schriftelijke bronnen, die h^ dan nog naar zijn eigen smaak en naar de behoeften zijner speculatieve Theologie heeft vervormd en v©rdraaid, vooral vergeestelijkt. En dan is zijn boek geen betrouwbare mededeeling van feiten. Het resultaat dezer kritiek zou dus zijn, dat het vierde Evangelie als verhaal geheel waardeloos was. Dan waren ook d© .wonderen geen feiten, maax slechts product van. een Jezus-opsier©nd© Theologie.

Het gaat in dezen strijd niet over ©en naanfi, maar over het Evaaigelie als Evangelie zelf, over de vraag, of dit deel van Gods Woord al dan niet waarheid is.

Het spreekt vanzelf, dat er niet aan te denken valt, in een blad als dit theologisch-wetenschappelijk© verhandelingen t© schrijven over deze kwesti©s. Wat het z.g. uitwendig bewijs betreft, zij slechts herinnerd aan het bovengenoemd getuigenis der Christelijke traditie, dat wel veelvuldig is aangevallen, maar nog nooit onjuist is gebleken.

De argumenten ter bestrijding worden heden echter voornamelijk gezocht in het Evangelie zelf. Daartegenover nu kan reeds aanstonds worden opgemerkt, dat het vierde E rangèlie zeer stellig den apostel Johannes als schrijver aanwijst.

Daat nu geen lezer van ons blad als eerste bewijs daarvoor noemen het opschrift en zegevierend zeggen: „Het staat er immers nadrukkelijk boven geschreven: Het Evangelie naar de beschrijving van Johannes". De op'schriften boven de Nieuwtestamentische boeken toch zijn niet van de schrijvers afkomstig, maar, om verwarring en verwisseling te voorkomen, er later bovengeschreven.

Uit het Evangelie zijn echter verschillende feiten te concludeeren. Vooreerst blijkt uit zijn taal en stijl, dat de schrijver ©en Jood is. En hij is geen Jood uit de diaspora, maar uit het Heilige Land afkomstig, blijkens zijn nauwkeurige kennis vaji plaatsen. Hij weet b.v., dat Sichar lag nabij het stuk land, hetwelk Jakob zijn zOon Jozef'gaf, 4:5.

Verder is het duidelijk, dat de schrijver leen ooggetuige is. Bijna elk hoofdstuk legt daarvan getuigenis af. Hoe aanschouwlijk is de klein© vertelling geschilderd van de twee discipelen, die Jezus achterna gingen om in Zijn herberg rustig met .Hem te 'kunnen spreken, 1:37—40. Allerlei bijkomstige trekken worden er bij verhaald', die voor het juiste verstaan niet van beteekenis zijn: at Jezus zich omkeerde, dat het de tiend© ure wag, enz.

In de derde plaats wordt eenige malen gesproken over den discipel, dien Jezus liefhad, het eerst in 13:23. Een van d© discipel©n deelt in bizonder© mate in de Melde van Jezus. En dezle „li©velingsdiscipel" wordt in het slot van hoofdstuk '21 uitdrukkelijk aangewezen als de schrijv©r van het Evangelie. Een feil© strijd is ontbrand ov©r de vraag, wie hij eigenlijk is. Het is niet te verwonderen, dat vele critici hebben ontkend, dat hij Johannes is. Zijn afkomst, zijn woonplaats, zijn sociaal-en - cultureel milieu zou zóó geheel verschillen van wat ov©r Johann©s bek©nd is, vooral uit de eerst© drie Evangeliën, dat hij onmogelijk met den apostel zou kunnen worden vereenzelvigd.

Maar wie is hij dan? Er Hgt iets komisch in de verschillende pogingen, die gedaan zijn om in den bekenden kring van discipelen den „lievelingsdiscipel" te vinden zonder dat .hij Johannes is. Nathanaël is genoemd, een Israëliet, in wien geen bedrog was. Lazaxus, welken Jezus liefhad. De rijke jongeling, dien Jezus beminde en die later tot Jezus zou zijn teruggekeerd en discipel van Jezus geworden. Johannes Marcus, ^de schrijver van het tweede Evangelie. En, ten laatste — Judas Iscarioth; want de lievelingsdiscipel was vertrouwd met de plannen van den Meester, ©n Judas wist, dat Jezus met Zijn idiscipelen naar Gethsemané zou gaan! — De verschillend© aigumenten zijn ©chter zóó zwak ©n de bezwaren vaak zóó spitsvondig, dat het niet noodig isi, een. ander voor Johannes te zoeken. Bovendien is duidelijk, dat de lievelingsdiscipel een van de drie moet zijn geweest, die tot den intiemsten kring behoorden. Petrus kan het niet zijn, omdaf hij vaak in gezelscha.p van Petrus was, b.v. 20:2. Jacobus ook niet, omdat deze reeds in 44 door Herodus is gedood en dus het Evangelie niet kan hebben geschreven. Zoodat slechts Johannes overblijft.

Eigenaardig, dat hij in het Evangelie liooit zijn eigen naam noemt en nooit de namen van zijn moeder en zijn broeders. Slechts zijn vader noemt hij', bijna noodgedwongen, éénmaal. Heilige ootmoed! De discipel treedt in de schaduw, opdat het volle licht valle op den Meester. Zoo wordt slechts de Koning groot in Zijn schoonheid!

Een ooggetuige is Johannes in den vollen i.zin des woords. Van den beginne af is hij discipel des Heeren gew©©st. Van het oogenblik af, 4at Johannes de Doopier aan Andreas ©n hem •J©zus aanwees met de woorden: Zie, h©t Lam Gods". Toen was Johannes nog maar een jongeling, , verreweg de jongste van al de apostelen. In bizorider© mate deeld© hij in de liefde van Jezus. Wiat het was, dat den Heere in hem zoo aantrok, is niet te zeggen. Misschien zijn vurig temperament, dat hem met zijn broeder den naam Boanerges heeft bezorgd. Misschien ook zijn jeugd, de li©fdö van Jezus tot den jongeling. Misschien was het , mee de familieband, die trok', daar Johannes een neef van Jezus was, Matth. 27:55, Mare. 15:40. In die liefde voor Johannes zien wij den JHeiland als mensch, wien niets menschelijks vreemd was.

Dientengevolge was Johannes altijd in de onmiddellijke omgeving des Heeren tot aan Zijn hemelvaart toe, zoodat zijn Evangelie het werk van een betrouwbaar ooggetuige is.

Jaren lang is Johannes in Palestina gebleven, maax later, waarschijnlijk na den dood van Paulus en Petrus, is hij naar Efeze gegaan en heeft daai langen tijd een leidend© plaats in de Christelijke kerken van Klein-Azië ingenomen, tot hij in het begin der tweede eeuw als .de laatste dex apostelen een vreedzamen dood stierf. Wel woxdt ook dit" laatste tegenwoordig ontkend door verschillende geleerden, die meenen, _ dat hij den maxteldood gestorven is (en dat zou dan vóór het Jaar 70 geschied moeten zijn, zoodat Johannes het vierde Evangelie niet kon hebben geschreven!), maax met voldoende z©k©xh©id kan woxdon aangetoond, dat ideze meening op misverstand berust.

Gedurig weer blijkt, dat de hedendaagsche Schriftkritiek vele harer meeningen ©n stellingen ophangt aan zijden draadjes. En nauwkeurig onderzoek doet dan weer heerlijk en helder het waarheidskaxaktex der Heilige Schrift aan het licht tr©d©n. Zoodat een Christen geloovig zijn Heiland kan nazeggen: „Uw Woord is de waarheid".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1924

De Reformatie | 4 Pagina's

HET EVANGELIE VAN JOHANNES.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1924

De Reformatie | 4 Pagina's