GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De trilogie van Johan Fabricius.

Kort voor het eind van het vorige jaar is verschenen „De dans om de galg", het lang verbeide derde deel van den romancyclus van Johan Fabricius. Begonnen met „Komedianten trokken voorbij", en voortgezet met „Melodie der Verten", is thans, met „De dans om de galg", de cyclus voltooid.

Herhaaldelij'k is naar aanleiding van het eerste en later ook van het tweede deel uit den lezerskring gevraagd, of ons blad niet eens ook over die boeken kon schrijven. D'e groote opgang, dien ze maakten („Komedianten trokken voiorbij" heeft acht drukken gehad en „Melodie der Verten" zes), wekte begrij'pelijkerwijs belangstelling en begeerte naar ©enige nadere informatie.

Ofschoon gaarne bereid, indien mogelij'k, aan zulke verzoeken te voldoen — in de komende nummers hoop ik nog enkele soortgelij'k© vragen af te handelen — heb ik gemeend ten aanzien van deze boeken van Fabricius de vragers te moeten laten wachten tot de serie compleet zou zij'n.

132 omdat, naar mijm inzien, de compositie van hfet werk dat vorderde. Van een romancyclus kan men v? el ieder deel op zichzelf lezen, zoogoed als dat mogelijk is met lederen anderen modemeia roman die een fragment van levensbesld geeft, maar om het op zijn juiste waarde te schatten moet men het toch zien in zijti verband met het geheel. En zeker geldt dat van dezen cyclus, die, ondanks zij'n veelkleurigheid en zijn verscheidenheid van stof en van milieu, een sterke en duidelijke eeuheid vormt.

Thans is het derde en laatste deel gereed gekomen en dus is het uu het moment, aan die verzooken-van-lang-geleden gehoor te geven. Tegohjfc wordt daarmee afgedaan de brief van de lezeres, die een bespreking van „De dans om de galg" wenschte.

Wil men de waarde van deze trilogie van Fahricius in haar juiste proporties zien, dan is het noodig te bedenken, dat ze is gelócaliseerd in Italië en gedateerd in de laatste helft van de 186 eeuw. Want door deze localiseering en die dateering heeft het een sfeer en eon kleur, die in wezen zoowel als in openbaring volkomen anders zij'n dan de eigen vaderlandsche sfeer en kleur. En de 18e eeuwsche toestanden en verhoudingen doen die geheel andere sfeer en kleur dan weer sterk verschillen van de huidige.

Wanneer het gaat om de waardij van deze boeken, om de beoordeeling dus van dit romanwerk als literaire schepping, mag men die omstandigheden niet uit het oog verliezen. Als b.v. in de verschillende deelen een geestelijke stand wordt geteekend, die in gedragingen en in woorden zeer vrijzinnige principes huldigt, klaarblijkelijk onder toelating van de kerkelij'ke overheid, is dat een element, dat in de momenteele situatie vreemd aandoet, maar precies past in de sfeer van het toenmalige Italiaansche leven. Als allerlei amoreuze avonturen met groote zwierigheid en even groote vrijmoedigheid worden bedreven en — vooral in 't laatste deel is dat sterk — min of meer blijken te behooren bij wat een „cavaliere" aan zijn stand verplicht is, is dat uiting van een geest, die het 18e eeuwsche Italië fcemnerkte — 't is immers ook een karaktertrek van de Italiaansche literatuur uit dien tijd — en daarom ook weer bij de omgeving van den roman aansluit. En als aan 'het een zoowel als aan het ander wordt besteed een weelderige opulentie van schilderende woorden, komt dat geheel overeen met de locale kleur van de Italiaansche wereld.

Deze en dergelijke bestanddeelen van de romans moet men derhalve zien in het kader van het andersoortig© en als zoodanig, literair gesproken, ook beoordeelen.

Nu het derde deel verschenen is, kan men het „verhaal" in z'n geheel overzien.

In het eerste boek wordt verteld de geschiedenis van Marietta, die als klein kind is achtergelaten door een reizend tooneelgezelschap in het Umbrische bergstadje Tödi, en daar tameUjfe wel in het wild opgroeit, tot ze de beschermelinge, straks de huisgenooto wordt van den levenslustigen bisschop, ïusschen beiden groeit een groote liefde, maar onder den aandrang van den bisschop trouwt Marietta een braven kistenmaker, en de praatgrage gemeenschap van het stadje ziet in dezen den vader van het kind, dat Marietta verwacht. Bij den aanvang van het tweede deel vindt de lezer Marietta op haar vlucht naar Rome. Daar wordt haar kind geboren. Maar als Antonio, haar man, hoort waar ze is, bre& lct hij den ban van zijn egoïstisch© en heerschzuchtige moeder (om wier invloed Marietta wegging) on neemt vrouw en zoon mee terug naar Todi. Daar groeit dan de kleine Benedetto op, een wildebras, nauwelij'ks zelfs ingetoomd door den bisschop, die voor zijn opvoeding zorgt. Brutaliteit ©n zorgeloosheid in het najagen van zijn gewaagde avonturen, begaafdheid en hartstocht, .groot© muzikaliteit en aangeboren gemakfcelijkheid doen hem in de nauwe wereld van het kleine stadj© een onweerstaanbaar veroveraar zijn. De deftige, oud© mevrouw Galli b.v. is zijn opvallend© beschermster: in haar huis is Benedetto boven alle wetten verheven. En als zij gestorven is en mèt haar kostbare juweelen begraven, komt Benedetto tot zijn stoutste daad: ' hij berooft haar lijk en vlucht. De melodie d©r verten, die hem altijd gelokt had, was hem te sterk geworden!

„De dans om de galg" eindelijk brengt hem in Venetië, de stad der verlokkingen. Daar leeft hij', dank zij het geld, dat de juweelen hebben opgebracht, zij'n wilde avontuurlust uit in de carnavalssfeer van de luxe-stad, daar is hij andermaal de veroveraar — de overwinnaar in tal van amoreuze aangelegenheden, tot hij, verraden uit jalouzie door ©en van de gevaarlij'kste van zijn minnaressen, sterft aan de galg. Gemakkelijk had hij kunnen ontkomen en machtige hulp (o.a. van den bisschop, die er voor naar Venetië is gekomen) zou hem zeker hebben gered, maar hij wil niet, omdat Lea, het Joodsche meisje, de eenige, die hij oprecht heeft liefgehad, om zijnentwil den dood is ingegaan.

't Eerste wat bij dit overzien van 't verhaal opvalt is, dat er in dit venvikkelde geheel van spannend gebeuren verschillende sterk op den voorgrond tredende figuren zij'n. In „Komedianten trokkeir voorbij": de prachtig geteekende bisschop, ©en avonturier-in-'t groot, wiens ambtshalve ingetoomde hartstocht bruisend uitbreekt in zij'n zoon. In het tweede deel: Marietta, de moeder, bij wie gansch het roerige verleden gestild is in groote, angstige zorg voor en om haar kind. In •: het derde boek: ©enerzijds Lea, de fiere, voor wie de ontwaakte liefde voor den wilden cavaliere de dood beteekent, aan den anderen kant Grazias, de courtisane, die meende de sterkste te zijn en de armelijk-zwakke bleek tegenover B'enedetto. E a naast dezen tal van anderen, voortreffelijke v©rbeeldigen als zij allen: Antonio, de hulpelooze „vader" van den jongen, Caesare, de sullig-goedigo vrachtiijder, Carlo, de vinnige sbirren-kapitein, mevrouw Galli, de dwaze matrone, Rosetta, d© geexalteerdo actrice, enz., enz., figuranten allen om de centrale figuren heen (al nemen ze soms een groote plaats in in het verhaalgebeuren) en ieder voor zich versterkend het ééne beeld, dat van Benedetto, omdat ze het in zij'n veelvormigheid, elk door andere oorzaak, doen uitkomen.

Men ziet dit alles eerst, als men de drie d©elen in hun onderlingen samenhang beschouwt. Want door den weelderigen rij'kdom van prachtige beschrijvingen, bont-wisselende tooneelen, sterkgepassioneerde verhoudingen in ieder deel heen, kan men dan de constructieve lij'nen volgen: die van den bisschop uit Tödi naar zij'n aan alle banden ontsprongen zoon in Venetië; die van Mariëtta-als-kind-in-Todi naar haar weerbarstigen, wilden jongen in dezelfde omgeving; die van Marietta als d© zorgonvolle Moed©r naar Lea, de in-liefde-lijdend© vrouw; die van Mevrouw Galli naar Gracias, van Antonio naar Graziadeo — en vele andere. En dan kan men ook deze vele lijnen zien samenvloeien tot dat ééne beeld; dat van Benedetto, door en in dat alles verklaard, in di© sfeer ©n door die kleur levend en reëel. Wat er is aan te^veel soms in de detailleering der opzichzelfstaand© deelen, wordt effect-vermeerdering in den cyclus-als-geheel; de uitvoerigheid van beschrijving in sommige fragmenten wordt gecompenseerd door soberheid in andere; het vage van zekere figuren in eenig verband wordt dikwijls verrassend opgeheven als men henzelf of hun pendanten ontmoet in een ander gedeelte.

Beschouwing van de drie deelen tezamen doet deze eigenlij'k© qualiteiten van het romanwerk zien: de virtuositeit in het scheppen van sfeer, de artisticiteit in het overal aanbrengen van de, uitstekend getroffen, suggestieve, locale kleur, d© merkwaardigheid van den opbouw van het verhaal komen dan tot hun recht, beter en duidelij'ker, dan wanneer m©n ieder deel afzonderlij'k leest. En ook de sfeer en d© kleur worden beter verstaan. Om één voorbeeld uit vele te noemen: als men in het derde deel de teekening van het verlokkende Venotiaansche leven heeft gezien, krij'gen de verlangens van den bisschop uit het eerste deel en de bekoring van de melodie der verten in het tweede een gansch ander aspect.

Ik meen daaxom, juist nu we de drie deelen iiaast elkaar kunnen stellen, te mogen concludeeren, dat deze cyclus is ©en literair werk van beteekenis on dat de voltooiing de verwachting niet beschaamt, al blijft voor mijn besef het eerste deel het fijnste en het beste.

« Maar — en hier kom ik weer met dezelfde opmerking, die het artikel van verleden week besloot — erkenning van beteekenis is nog niet identiek aan waardeering. Integendeel: waarde en waardeering zijn principieel en beslissend te scheiden. De normen, die voor ons in het geding komen bij de vraag naar de waardeeringsmogelijkheid -- het is te dezer plaatse al zoo dikwijls gezegd — zijn andere, gehéél andere, dan die gelden bij de vaststelling van waarde. En als we met toepassing van die gehéél andere normen geest en strekking, levenshouding en levensbeschouwing, opvattingen van moraliteit en van ethiek bezien — al zijn die dan van een andere sfeer en kleur en tijd dan de onze — dan kan van waardeering geen sprake zij'n.

Vv'ant dan blijken de vele amoreuze avonturen, die tientallen bladzijden beslaan, onvereenigbaar inet den levensvorm, die den Christen geboden is; dan blijken de geestelijk-zedelijke begrippen, naar welke de menschen in deze boeken leven, volstrekt onvereenigbaar met die, welke de Christen op grond van zijn belijden heeft voor te staan; dan blijken allerlei tooneelen en verhoudingen in deze boeken den lezer te brengen in een atmosfeer, waaiin hij als Christen niet kan verkeeren; en vooral, dan blij'kt de hoofdfiguur, die van Benedetto, hoe prachtig ook van koloriet en hoe diepmenscbelijk dikwijls in zijn boetseering, die van den mensch, die afbeerig is van en ingaat tegen wat achter die normen staat als eisch en gebod. Uie mensch is van alle tijden en daarom is deze roman van 18e eeuwsoh Italiaansch leven reëel ook voor dezen tijd en voor de eigen omgeving — dat is, samengevat, zij'n waarde — maar eensgeestes met hem zijn kan wie uit 't christelijke beginsel leeft niet. TUsschen den frivolen levensgenieter en den Christen bestaat en blijft bestaan een essentieel en een pricipiëel verschil. En daarom kan ©en Christen het boek, dat dien mensch voor zij'n geestesoog doet verschijnen ea met dezen hem doet verkeeren zoolang hij leest, ook niet waardeeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 januari 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 januari 1935

De Reformatie | 8 Pagina's