GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

APOSTASIE - WEGBEREIDSTER VAN DEN ANTICHRIST.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

APOSTASIE - WEGBEREIDSTER VAN DEN ANTICHRIST.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als de afvalligen het op het hoogst zullen gebracht hebben, zal er een koning staan, stijf van aangezicht en raadselen verstaande. Dan. 8 : 23.

Onder vele beelden teekent ons de Schrift den komenden Antichrist. Er is een galerij van antichristen; en aan 't einde daarvan staat straks DE Antichrist, de laatste, grootste van allen. De voorloopers beheerschen een fragment van deze wereld. De laatste is Heer van heel de wereld. Zoo zijn die voorloopers meer dan typen en levende beelden van hem: ze zijn niet minder dan zijn wegbereiders. Zoo als het komen Gods in Christus zijn historie heeft, zoo ook het komen van den Satan in den Antichrist. En gelijk de Christus zijn parousie heeft, zoo ook de Antichrist (2 Thess. 2), die mensch der zonde. En beide parousies hebben haar advent; daarmee zijn de eeu wen gemoeid.

Maar Satans komen is in zijn historie door andere factoren bepaald dan dat van God.

God de Heere kan komen zonder eenig hulpmiddel. Zijn komen is bepaald door niets dan zijn eigen raad. Hij komt waar niemand wil, waar niets helpt, waar alle toegangswegen zijn versperd, waar alle deuren op het nachtslot zijn geworpen. Hij komt almachtig, vrij, souverein, scheppend, straks her-scheppend. Wel neemt ook Hij zijn wegbereiders in zijn dienst; maar Hij maakt ze eerst. Hij roept de dooden, dat zij leven, de wegversperders, dat zij wegbereiders worden. Hij komt zóó in den Geest, Hij komt zóó ook in den Christus. Die is dan ook geboren uit de maagd, ontvangen van den Heiligen Geest. Zijn komen is dan ook niet afhankelijk van een florisante kerk. Het is eerder omgekeerd. Gelijk Elia op den Karmel watergangen graaft om hjet altaar, welks offer door vuur zal moeten verteerd worden, zóó laat God in de volheid des tijds den afval groeien, opdat geen vleesch zou roemen voor Hem, vooral geen kerkvleesch. En ook vóór Christus' wederkomst zal de afval groot zijn; veler liefde zal verkouden; en eerst tegen zulk een achtergrond, die een tot benauwens toe geïsoleerde en geslonken kerk niet breken kan, zal de groote Parousie van den Christus haar heerlijkheid bewijzen. Gods komen teekent zijn eigen geschiedenis naar de wijze van Rembrandt, die, om zrjn hoofdfiguren te sterker te laten uitkomen, den achtergrond, waartegen zij te glanzen staan, te donkerder houdt.

Maar nu de Satan

Satan is geen God, dus ook geen tegen-God, doch slechts afvallig knecht, gevallen kreatuur.

Hij kan dan ook nergens binnenkomen, tenzij er mogelijkheden zijn, die hij zelf niet scheppen kan. Zoo was 't in het paradijs reeds (de m o g e - 1 ij k h e i d van zijn komen aldaar was door God geschapen). En des te krachtiger geldt de wet van de beperktheid zijner vermogens na den val in 't paradijs.

Kan dus de Heere God de apostasie — den afval — toelaten, opdat tegen dezen achtergrond zijn majesteit te schooner strale, de Satan daarentegen heeft de apostasie n o o d i g. Hij kan er niet buiten. Zij is conditie voor zijn parousie in den mensch der zonde.

Dat teekent Daniël. Hij geeft in ons teksthoofdstuk in eersten aanleg het beeld van koning Antiochus Epifanes, bekend tyran. Kerkvervolger (in zijn effectieven Jodenhaat), beeld van den Antichrist, en dus diens wegbereider (175—164 vóór Christus' geboorte).

Let óp nu: deze Antichrist zal pas dan verschij-' nen, wanneer vooraf , , de afvalligen het op het hoogste zullen gebracht hebben", d.i. als zij de maat zullen hebben vol gemaakt. De afval moet tot zijn „akmê", zijn hoogtepunt gekomen zijn. Want die afvalligen zijn weer zelf zijn wegbereiders. Alle zonde is antichristelijk; haar condensatie en concentratie en systematiseering beteekent telkens weer: een antichrist. Totdat DE Antichrist verschijnt.

Hoe die alval telkens weer zich afteekenen zal, en op welke punten, dat is in elke eeuw weer een zaak apart. De grondtrekken zijn steeds dezelfde, maar de concrete historie van den afval is in elke eeuw weer een andere. In onzen tekst schijnt voor wat betreft de dagen van Antiochus Epifanes aan velen het hellenisme bedoeld te zijn: dat wil zeggen: het dwepen met de grieksch-heidensche cultuur, en de navolging van de grieksche zeden. Waarmee uiteraard een loslaten van Jahwe, en van den verbondscultus samenging.

Maar wat vragen wij hier naar bizonderheden ? Zeker is het, dat in elke eeuw de afval zóó begint, en ook vervolgt. Hij roept de godert van den tijd om in te komen; de antichrist leeft van de apostaten van de kerk. Niet dat ze zijn naam niet vloeken. Maar ze , , zegenen" den naam van Christus niet meer; en wie de christoLOGIE prijsgeeft aan den tegenstander, die kan den naam van Christus niet meer eeren; de devaluatie nu van den gezegendëij naam beteekent meteen die van den gevloekten. Daniël teekent koning Antiochus Epifanes als „stijf van aangezicht", ' d.i. als brutaal in hooge mate, als een machtswellusteling, die staat voor niets. Daarnaast als „raadselen verstaande"; d.w.z. als meester in de diplomatie, man van intrigues. En het zijn juist die beide trekken, die ook de Openbaring van Johannes legt in het beeld van den Antichrist: beest uit de zee, machthebber, beest uit de aarde, werelddiplomaat, valsch profeet.

Wat ons in dezen tijd het sterkst bewegen moet, is daarom niet de atoom-energie, en niet de deze week in de pers aangekondigde mogelijkheid van het overseinen van een wereldkrant biimen een seconde, noch de bewering, dat de temperatuur der aarde stijgende is. Het is dé afval, de vermenging, de verliefdheid op alles en nog wat, als het maar vreemd is en cultuur heet. Het verlies van eigen stijl, zelf een gevolg van ontzinken aan eigen geloof, dat is de praeparatie van het Beest. Die zijige lieden, die tegen iedereen zachtzinnig zijn, behalve tegen wie op het stuk staat van hun eigen belijdenis, dat zijn de wegbereiders van den antichrist. Ook al zitten ze in een evangelisatiedeputaatschap, en al bereizen ze heel de wereld om een bisschop te zien en naast hem voor een microfoon te komen met de laatste gemeenplaatsencollectie, die oecumenische rede heet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 juli 1947

De Reformatie | 12 Pagina's

APOSTASIE - WEGBEREIDSTER VAN DEN ANTICHRIST.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 juli 1947

De Reformatie | 12 Pagina's