GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Maria, de moeder van onzen Heere Jezus Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maria, de moeder van onzen Heere Jezus Christus

8. WIE IS MIJN MOEDER?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

8. WIE IS MIJN MOEDER?

(XI)

Op de bruiloft te Kana heeft Jezus zich uitdrukkelijk van Zijn moeder gedistaneieerd. Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijne ure is nog niet gekomen. Joh. 2 : 4.

In het Evangelie van Marcus wordt ons in het derde hoofdstuk verhaald, hoe de Heiland zich uitdrukkelijk van zijn familie losgemaakt en de geloovigen tot zijn familie verklaard heeft. Ook in de andere synoptische Evangeliën wordt hiervan melding gemaakt, zonder dat de eigenlijke aanleiding wordt genoemd (Matth. 12 : 46—50, Luc. 8 : 19—21).

Jezus wordt, dit is de situatie in Mare. 3 : 21, door zijn arbeid in het Koninkrijk Gods, zóó in beslag genomen, dat Hij zich zelfs geen tijd gunt om te eten. Zijn familie vindt, dat het nu tijd is in te grijpen. In Mare. 3 : 21 wordt niet precies gezegd, wie met deze familieleden worden bedoeld. Meestal meent men dat hiermede zijn broeders zijn bedoeld. Ook wel is ' er de gedachte, dat hiermee niet de naaste bloedverwanten zijn bedoeld, maar verwanten in ruimeren zin. Men stelt het dan zoo voor^), dat deze verwanten zijn moeder en broeders zouden hebben gewaarschuwd. Deze laatste voorstelling lijkt me juist. We hebben dus deze situatie. Er wordt over Jezus gelasterd, dat Hij van den duivel bezeten is. Da.t Hij de duivelen uitwerpt door Beëlzebul den Overste der Duivelen. Die laster heeft zelfs dezen invloed dat men in zijn familie meent, dat Hij buiten zijn zinnen is. Vandaar dat men een eerste poging doet om Hem te bemachtigen, mee naar huis te krijgen. Maar deze poging mislukt. Nu worden de moeder van Jezus, zijn broers en zusters gewaarschuwd. En heel de familie komt er op af, om Hem van Zijn werk af te trekken. Heel het gezin, waarin Jezus is opgegroeid, is met Zijn lot begaan. Ook in het Evangelie van Johannes wordt ons de verhouding van den Heiland tot zijn broeders geteekend. Tij sporen Hem aan om Zijn werken in het openbaar te doen. Uitdrukkelijk staat er, dat zij in Hem niet geloofden (Joh. 7:5).

In den kring van Zijn verwanten meent men, dat Hij buiten zijn zinnen is. Zijn broeders gelooven niet in Hem. Wij zijn geneigd ons af te vragen: hoe heeft Maria tegenover Hem gestaan? Heeft ook zij het vertrouwen in haar Zoon verloren? Wij behoeven dat niet aan te nemen. Het is best mogelijk, dat Maria onverzwakt op Hem is blijven vertrouwen.

„Maar zij had niet de kracht haar zonen te wederstaan en het besluit van de familie te weerspreken. Dat zij meeging, was voor het gelukken van het plan van beteekeriis, omdat niemands raad voor Jezus meer beteekenis moest hebben dan de wensoh van zijn moeder"^).

In den kring van Jezus' verwanten zal men dus hebben gesproken, zooals we heden vaak in Roomschen kring hooren spreken. Naar niemand zal Jezus eerder luisteren, dan naar zijn geliefde moeder. Niemand zal eerder een wensch van Jezus gedaan krijgen, dan juist Maria.

Evenwel, de reactie van Jezus is totaal anders dan we zouden hebben verwacht. Als Maria en Zijn broeders buiten staan en de schare die Hem omringt dit bericht overbrengt, maakt Hij totaal geen aanstalten om hen te bereiken. Hij laat het aan Zijn familie, zelfs aan Zijn moeder niet toe, om op Zijn arbeid invloed uit te oefenen, Ja zelfs grijpt Hij dit voorval aan, om aan Zijn discipelen te leeren, dat voor Hem de band des Geestes vóór den band des bloeds gaat. Heel duidelijk laat Hij het uitkomen, dat Zijn familie, dat zelfs Zijn moeder in Zijn rijk geen praerogatieven heeft.

Hij vraagt: wie is mijn moeder of mijn broeders (vs. 33). Hij wijst ook den kring van Zijn verwanten aan, n.l, die rondom Hem zitten. Zie, mijn moeder en mijne broeders (vs. 34). En Hij geeft metéén het karakter aan van deze geestelijke familie: Want zoo wie den wil Gods doet, die is mijn broeder en mijne zuster en moeder (vs. 35).

De Heiland is met Zijn moeder begonnen. Hij eindigt ook met Zijn moeder. Juist op deze scherpe manier heeft Hij willen uitdrukken, dat in het Koninkrijk der Hemelen de intiemste bloedsbanden moeten wijken. In heel de Schrift wordt steeds uitdrukkelijk gewezen op de beteekenis van de moeder der koningen. Terwijl in de geslachtsregisters heel weinig vrouwennamen voorkomen is het regel, dat bij de troonsaanvaarding van ' een koning de moeder wordt genoemd., Zij had een vooraanstaande plaats aan het hof. Maar in het koninkrijk van Jezus Christus moet zelfs de moeder wijken. Daar geldt de regel. Wie vader of moeder liefheeft boven Mij is Mijns niet waardig. Matth. 10 : 37.

Hier zien wij dus weer héél duidelijk dat de plaats, die Rome toekent aan Maria maar niet zonder meer met een beroep op de traditie kan worden afgedaan. De traditie moet altijd naar het Woord worden beoordeeld. Hier ligt een lijn der traditie, die regelrecht in strijd is met het klare onderwijs der Schrift. Jezus heeft in de prediking van het Koninkrijk zich niet door Maria den weg laten voorschrijven. Hij heeft zich uitdrukkelijk van haar losgemaakt. Wie is mijn moeder? Zoo wie den wil Gods doet, die is mijn broeder en mijne zuster en moeder.


^) S. G. de Graaf, Verbondsgeschiedenis, II, p. 144 v.v.

2) A. Schlatter, Erlaüterungen I, 1908, p. 333.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 maart 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Maria, de moeder van onzen Heere Jezus Christus

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 maart 1951

De Reformatie | 8 Pagina's