GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Artikel kerkelijk leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Artikel kerkelijk leven

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

KERKELIJK LEVEN

In verband met onze opmerkingen over de kwestie „Zeeland" (ter zake van ds v. Herwijnen) ontving ik verleden week een ingezonden stuk, met verzoek tot plaatsing. Daaraan voldoende begon ik in een artikel van enige kolommen beantwoording van de eerste opmerkingen in het stuk.

Dinsdagmorgen bereikte me evenwel een telegram, met bericht, dat het ingezonden stuk voorlopig teruggenomen werd en verzocht werd, het deze week niet te plaatsen.

Zo komt het, dat onze lezers geen artikel op deze

plaats aantreffen, 't Was geen luiheid.

K. S.

Verslagen van het Amersfoortse Congres

Dezer dagen zijn aan de adressen van hen, die zich indertijd als deelnemers van het bovengenoemde congres hadden opgegeven, de verslagen van dit congres toegezonden. Zoals vanzelf spreekt, hebben er sinds dit congres werd gehouden vele adreswijzigingen plaats gevonden. Voor zover deze adreswijzigingen aan de administrateur bekend waren, is het verslag aan het nieuwe adres verzonden. Ondanks alle moeite welke aan de goede adressering werd besteed, is toch een aantal verzonden verslagen als onbestelbaar terug gezonden. Willen zij, die deelnemer aan het congres zijn geweest, maar het verslag nog niet ontvingen, even hun adres opgeven aan de Heer J. Bos, Broederwg 15, Kampen? Dan zal het hun worden toegezonden.

Met dank ontving het Comité van velen, aan wie het Verslag werd toegezonden, de daarvoor gevraagde gulden. Maar zeer velen vergaten tot dusver die op te zenden. Zouden ze dit alsnog willen doen? Het gironummer waarop deze gulden gestort kan worden is: 28869. Bij voorbaat onze dank!

16 c4 177

Een lezer maakt mij opmerkzaam op een verschrijving In onze %* „Zwijgen en verzwijgen".

Daar schreef ik: „In mijn brief van 13 Dec. (1943) gaf Ik ook duidelijk aan, dat het me niet alleen maar op dat éne zinnetje (voor wedergeboren houden) ging, * doch dat ik op de ultsprakenREBKS van 1942 „ernstige crltiek gegrond achtte". Iedereen in de Synode WIST dus, dat de snelste manier om mij van de baan te werken was: els van hem, te beloven, dat hij niets zal leren (OP ZES­ TIEN PUNTEN) wat niet helemaal overeenkomt met de ZESTIEN uitspraken" (blz. 191, kol. 3). Verderop in dezelfde kolom, komt nog dit voor: „Zo vaak iemand de plicht heeft zich uit te spreken over , , het probleem", waarmee een onjuist geachte uitspraak zich occupeert, met het probleem in zijn logische samenhangen (!) zal hij — al probeert hij ook de eierendans — hij een conflict niet mógen vermijden (het gtog immers over het NIETS leren, dat niet TEN VOlrLB met die zestien punten in overeenstemming was, excusez du peu! )".

Nu zit ik, aldus onze lezer, „nu zit Ik met de vraag: wat bedoelt U eigenlijk met die ZESTIEN PUNTEN? De gehele uitspraken-reeks van 1942? Maar dan kom ik tot een getal van ZEVENTIEN punten, als ik alles optel, nl.:

4 over de , .Algemene genade"; 10 over het „Genadeverbond en Zelfonderzoek"; 2 over de „Onsterfelijkheid der ziel"; 1 over de „Vereniging der beide naturen van Christus".

Als U déze ultsprakenreeks bedoelt, zou het inderdaad kloppen, dat U gebonden werd (en wij allen met U) aan meer dan één ptmtje; maar m.i. moet U dan spreken van ZEVENITEN PUNTEN."

Tot zover deze zeer op prijs gestelde correctie. Inderdaad had ik die , , 17" op het oog. In het , , tellen" van , .uitspraken" ben ik nooit een baas geweest. Misschien eer

in het „wégen" van de ..binding".

K. S.

Naschrift. R. A. I. Brief ontvangen; accoord. K. S.

Brochures de Bandt-Weggemans

4. In I, 11 warmen de auteurs de lezers op, door te roe^ venpen: wie tegen de belijdenis ingaat, gaat ook tegen Gods Woord in. Prachtig; vertelt het maar eens aan de vrienden van de Oecumenische Beweging, en aan het Gesprekscentrum, president Bavinck, en aan Thijs Booy. Toch is die prachtige volzin mis, vanwege het polemisch verband. Onze vorige opmerking herinnerde eraan, dat de synode van professor De Bondt inging tegen de Catechismus. Ze ging dus volgens het ook door schrijvers ingenomen standpunt in tegen de Schrift, gegeven het feit, dat de catechismus duidelijk zegt: sacramenten zijn er om de beloften te verzegelen.

5. „Dat God aan alle gedoopten de vergeving der zonden zou schenken, wordt duidelijk weersproken door Rom. 11 VS 29", zeggen de auteurs. Alsof er geen exegeten meer zijn in Nederland, die tussen „schenken" en „schenken" verschil maken, en dit zeer terecht. Precies zoals Prof. Ridderbos het moest doen, toen puntje bij paaltje kwam.

6. Van I, 12^—1, 14 nemen de auteurs zonder een woord van critiek alle „dogmatiek" van het Praeadvies over. Niets is hun te gortig, niets te weinig gortig (dat kan óók). Het genadeverbond is „in het algemeen": een betrekking! Men slikt het. En redt zich uit bezwaren door het foefje: „in het algemeen". Een paar regels later is het genadeverbond het feit, dat de gemeente in verbondsbetrekking is gebracht". Men slikt het: het verbond is een betrekking èn het feit, dat deze betrekkingsbetrekking over ons gekomen is. Dan springt men over op het thema „de specifieke Verbondsgedachte", de specifieke betrekkingsgedachte dus. Het woord wordt herhaald, maar zijn „specifieke" zin, zijn zin dus, blijft in het duister, evenals trouwens de ibetrekking- „in het algemeen", en het betrekkings-betrekkingsfeit „in het algemeen". Verder leren we, dat ADDB gedoopten in een bijzondere positie verkeren, maar men mag die „positie" niet met het „verbond" vereenzelvigen. We weten nu tenminste zoveel, dat we „positie" niet met „betrekking" mogen vereenzelvigen. Of met ibetrekkingsbetrekkingsfaetum. Men zoeke het uit. Het eeuwige en onvergankelijke heil, dat aan de uitverkorenen „wordt" geschonken, wordt door de sacramenten betekend en verzegeld. Het slot van het overzicht poneert , , de onvoorwaardelijke heilsbelofte aan de uitverkorenen", welke natuurlijk niet bestaat. Want wat is een belofte „aan èlk der leden persoonlijk", die niet aan „elk der leden persoonlijk" beloofd wordt? En wat ware beloven, dat niet aangezegd wordt? En wat is een „speciale" inhoud, die niet door de Spreker aan een bepaald persoon wordt afgegrensd van de rest van de inhoud van het tot die persoon gesproken woord? Om maar te zwijgen van de vraag: wat is de speciale inhoud van een betrekldng, waarin , , de gemeente en elk harer leden persoonlijk door Christus tot God is gebracht" (bl. 12) ?

Naschrift. Prof. De Bondt begint De Bazuin te blazen tegen deze asteriskjes. Hóe dat toegaat lere èèn voorbeeld. Schrijvers zeiden: de synode achtte het niet oorbaar te beginnen met de behandeling van de kwesties, toen K. S. gevangen zat. Ik zei: pardf^n, ze kón nog niet eens beginnen, want haar commissie was nog niet klaar, en die ging wel degelijk door (blijkbaar protesteerde niemand daartegen; ik zelf heb het trouwens ook niet gedaan; ik zie dan ook geen reden tot critiek, maar evenmin tot zulke plasdankjes). Nu zegt prof. De Bondt: ziet ge dus wel, K. S. erkent zelf dat de synode de zaak in die periode niet behandeld heeft, en dus: ik. De B., had gelijk. Een trein stond voor het perron. De klok wees zo en zo laat. Maar de locomotief had nog geen water en kón niet vertrekken. Toen kwam er een juffrouw aan, die zei: o wat een lieve stationschef, die wou niet laten rijden, toen ik er nog niet was. De coupé bleef stil; alleen keken ze mekaar even aan.

En gingen toen weer hun krantje lezen.

K. S.

Oggel-offer

We kunnen gelukkig wéér op ons fluitje spelen. Ontvangen werd op Dinsdagmorgen: f 5.—. En wel van P. R. te R.-N. f 2.50, en van S. K. te S. f 2.50.

l Op Woensdagmorgen viel op de kop af f 50, — binnen. N. N. te N. zond f2.50 (postchèque); uit A. kwam (met a.antekenüig: „geen namen") f 15.—; van mevr. J. H.—B. te A. („laat het maar daveren!") f5.—; van D. C. v. S. te A. f 10.—; van C. K. te W. (met goede wensen voor „haak-ln-actle") f2.50; van fa H. J. K. te D. (met meer namen van oude bekenden, 't werd dan ook een symphonic op de „vox humana") f 10.—; van D. D. te H. f 1.—; v. E. te A. („ouverture van nieuwe girorekening voor orgel") f2.—; mej. H. L. te G. f2.—.

Bovendien kwam diezelfde dag nog binnen, met beste wensen van J. K. te G. f 1.— en van K. J. K. te G. eveneens f 1.^— (beiden hadden , , een meevallertje"; dat is wèl besteed alzo). Dat maakt dus een dagoogst van f52.—.

De Donderdag bracht —• we spreken weer „rotterdams" — eerst „uit de herderstas" van ds D. K. Wielenga een scheut melk-van-de-kudde; onze zendingslector kan „te hooi en te gras" haar vruchten gemakkelijk naar Kampen krijgen (dit is ter aanmoediging van de rotterdammers, we zullen 't maar opbiechten). Het waren ditmaal twee rijksdaalders (van d. H. te R.-C). En per giro kwam f 14.— mee. En wel van iemand, die op zijn biljet slechts dit te vermelden toestond: „van een problemensjouwer", en dan kwamen er groetenissen en een mondjevol reformatorisch deutsch: „nun spielet und seyd froh"; de laatste regel bewijst dus, dat de problemensjouwer weer uit de put is. Wij ook. Uit de sjouwershanden vielen f 2.50. — Dan was er mej. A. K. te E., goeder gedachtenis, met f 3.—• en een open oog voor kerkmuziek. Dan volgde K. W. te S. met f 1.—; mej. S. J. te G. met f 1.—; f am. J. J. te ter A., post Z. f 5, — (met hartelijke brief, die me goed deed en herinnerde aan een maaltijd en een tocht); J. H. te A. f 1.50. En alzo geviel het, dat er een dag-receptie was van f 19.—.

Des Vrijdags was de oogst: f 18.—. J. G. H. te R. zond f 1.—; J. J. L. D. te Z. f2.50; J. A. V. D. G. te E. f2.50; mevr. J. S.—K. te R.-W. f 10.—; onder het motto „vele kleintjes enz." van vrienden te K. (biljet nr 31) f 1.—; J. J. H. te A. f 1.—.

En de Zaterdagpost lei f 23.50 op tafel. Van W. S. de J. te K. werden we met f 10.—, van M. te A. (girobiljet nr 100, goed slot!) met f 1.—; van P. C. te G. met f2.50; van D. D. te Z. met f 5.—, en van P. W. te A. („voor Uw pedaUon") met f5.— bedacht.

Dat wordt dus een weekwinst van f 117.50. Verleden week kwamen we tot f 589.50. Op dit moment (Zaterdagmorgen) haalden we dus f 707.—.

't Verhaal gaat, dat Prederik de Grote eens aan een f rans geleerde een briefkaart stuurde:

P 6 a venez 100

Dat betekent: venez staat onder (d.w.z. „sous") P. Dat klinkt als: Venez souper. En het andere is: 100 staat onder („sous") 6. „100" is cent, zelfde uitspraak als sans. „6" is six, zelfde uitspraak als „ei". Het klinkt dus als Sans-Souci (het paleis van Frederik de Grote).

De koninklijke raadselman wou dus zeggen: venez souper èk Sans-Souci. Kom maar eens souperen in mijn paleis. De ander, ook niet mis, schreef terug alleen maar dit: G a. G spreekt men uit als zjé (of j'ai). Het was een hoofdletter G, dus een zjé grand. Of: j'ai grand. Die andere letter was a, maar dan geen hoofdletter, doch kleine letter. Dus een a-petit. Spreek uit als appetit. Die ander wou dus laten weten: j'ai grand appetit. Ik heb erg veel trek, ik heb een perfecte eetlust, ik kan een heleboel opslokken van Uwe Majesteit.

Welnu lezer, ik eindig, niet met het hoUandse „ga", maar met het franse: „G a". D'r kan nog meer bij, zo gezeid.

Met hóUandse dankbaarheid overigens:

K. SCHILDER. Giro 127278.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 maart 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

Artikel kerkelijk leven

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 maart 1952

De Reformatie | 8 Pagina's