Studentenalmanak 1898 - pagina 117
G B L U K.
1
oor 't leven gejaagd, en gekweld en besprong-cn.
Meer voelend zijn onmacht door 't machtige weten
Dan wat niet kan denken, en zóó niet kan lijden,
Klaagt schreiend de mensch.
Hij buigt zich en rekt zich, maar kan ze niet grijpen,
De heerlijke illusie, uit dagen geboren.
Toen, kronend de schepping in majesteitsluistcr,
Daarhenen hij schreed.
Maar telkens weer rusten de treurige oogen.
Van staren vermoeid, op het niet te bereiken,
Dat lacht uit de verte en noodt tot genieten:
Het beeld van geluk.
Men greep het: daar daalden hoonlachende geesten,
En droppelden tranen in stralende oogen
En bleekten den blos van de gloeiende wang-en.
En krijschten van smart.
Ze voeren in menschen, in broeders, in vrienden,
Hen porrend tot afgunst, tot hatend benijden.
De leugen hun leggend op vaalbleeke lippen.
En argwaan in 't hart.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Studentenalmanak | 138 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Studentenalmanak | 138 Pagina's