Studentenalmanak 1925 - pagina 117
MENSCH EN RUIMTE 105
is in ruimte-opzicht evenzoo. Wij zien de geheele wereld
vanuit onze woonplaats, een relativiteit die merkwaardiger-
wijze het kennen niet opheft, maar eerst mogelijk maakt.
Immers hoezeer ook ter wille van mogelijk ,,zien" op een
,,plaats" aangewezen, al ziende is niet die plaats noch haar
verhouding tot de zaak maar de zaak zelf in 't zicht en het
is dan ook halve waarheid te zeggen dat 't gezicht ,,slechts"
gezichtspunt is. In de ruimte der geestelijke mogelijkheden,
waar de ,,standpunten" gereed liggen, teekent zich dezelfde
situatie af. Er zijn onder de formeel-indifferente, verwissel-
bare punten zeer bepaalde ,.saillant", dat wil zeggen het
ons in de ervaring toegankelijk raadsel krijgt van daaruit
gestalte. In hoogster instantie is de moeizame probeerende
gang des geestes over dat pimtenvlak de eenige weg om het
standpunt dier ,,gestalte"-mogelijkheid te vinden. Ons was
het hier om de bepaling daarvan niet te doen. Als aandachtige
toeschouwers zien we het beeld oprijzen van een ruimte-
vulling die herinnert aan wat aanvankelijk de bouwende,
omgeving scheppende mensch met z'n plaats en woning,
straat, erf, dorp, stad en al wat in die natuurlijke orde ligt
te aanschouwen gaf. Als menschenruimte bij uitnemendheid
verschijnt ons ook hier een ideeënstad met straten en huizen
en hunne ware onderlinge gesteldheid, historisch mengend
en versmeltend oud en nieuw in duizendvuldige onsaam-
hoorige verzameling van naast en elkaar-vreemd, ver en
elkaar-bekend, alles onzichtbaar ingebouwd in de uiterlijke
stad onzer dagelijksche wandelingen. Op twee onafzienbare
velden zien we den menschengeest werkzaam: in dat der
ervaring en dat der ideeën. Is de ervaringsinhoud in zichzelf
genoegzaam of hebben daartegenover de vrije mogelijkheden
der ideeën alleen waar bestaan? Of is het de arbeidende
menschengeest die de een met den ander verbindt en ver-
rijkt? Zoo ja, dan zeker doordat hij zich met stof en geest
natuurlijk en overdrachtelijk een woning bouwt. Immers is
dit niet juist ook in 't natuurlijke de bemiddeling tusschen
mensch en ruimte?
Als ruimtebeschouwers blijven we uiteraard op den vorm
gericht. Zoo bleven we ook in het ideeënveld ,,zweven". Een
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1925
Studentenalmanak | 176 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1925
Studentenalmanak | 176 Pagina's