Studentenalmanak 1953 - pagina 238
pak, maar een werkelijk ingaan op de noden van het bestaan, een
wezenlijk peilen van het massaliteitsvraagstuk, van het saeculari-
satieprobleem, van de jeugdkwestie, van de moeilijkheden, opgeroe-
pen door een toenemende industrialisatie, bovenal zelfverlooche-
ning, bereidheid tot het offer 6) — zij achten het schaars aanwezig.
De kerk biedt naar hun gevoel te weinig, heeft met name ook hun
niet genoeg te schenken — dit is ongetwijfeld een tekortkoming der
kerk — en zij, op hun beurt, komen er niet toe aan de kerk veel,
aan de kerk alles te geven — een stellig nog ernstiger in gebreke
blijven. Zij verwaarlozen hoe, in weerwil van haar feilen, de
kerk verkondigster van het evangelie is, de belofte der onvernietig-
baarheid bezit, openbaring van het Lichaam van Christus heten
mag. Zij verwaarlozen de ten spijt van alle verduistering toch tel-
kens uitstralende heerlijkheid de kerk, die naar haar aard moeder
blijft en op de weg door dit moeilijk leven begeleidt.
Waarschijnlijk behoren vele christen-intellectuelen tot de ongeregel-
de kerkmensen. Men is niet anti-christelijk, men is niet anti-kerke-
lijk. Men is een enkele maal, betrekkelijk los van de kerk, toch vol
van een vurig persoonlijk geloof — waaraan moet worden toe-
gevoegd, dat dit vaker wordt verondersteld dan dat het de werkelijk-
heid vormt — men is in doorsnee lauw christelijk, lauw kerkelijk.
En inderdaad — het zij toegegeven — men krijgt in de kerk soms
heel wat te verstouwen, al ware het alleen in een gewone dienst.
Het vuurwerk is op de preekstoel immers niet van de lucht, de her-
haling nog minder, de vergelijkingen gaan meer dan eens mank,
de beeldspraak is niet doordacht, het Nederlands is plat en mist
niet alleen — wat tenslotte geoorloofd is — de wijding, doch tevens
— wat onvergeeflijk dient genoemd — de eerbied. Aan uitleg, aan
wat vroeger ontsluiting heette, schenkt men slechts spaarzaam aan-
dacht en het dogma, dat geen levensvreemde grootheid wezen mag,
lijdt verwaarlozing '^). Maar rechtvaardigt dit, om als intellectueel
*) Sommige kerken zijn vlotter met het laten uitgaan van een getuigenis of
met het waken voor de Zondagsrust dan met het voorzien in geestelijke noden,
zo deze werkelijk wat vragen: te denken is aan de geestelijke verzorging van
land-, zee- en luchtmacht; te denken is aan kwijnende zendingsdrang.
'^) Wel bedenke men bij een waardering van het kanselwerk, dat vooral in
middelgrote en grote steden veel predikanten te hard moeten werken, gedeelte-
lijk vanwege te grote wijken, gedeeltelijk vanwege uiteenlopende, soms gemak-
kelijk door anderen over te nemen werkzaamheden. Hun schaarse vrije tijd
wordt zelden ontzien door steeds de tijd hebbende gemeenteleden. Tenslotte
bieden de dikwijls zeer lage tractementen geen mogelijkheid voor een hoog-
nodige vacantie, elders door te brengen.
228
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1953
Studentenalmanak | 308 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1953
Studentenalmanak | 308 Pagina's