Vrije Universiteitsblad 1948 - pagina 103

opzicht een zekere bekendheid verworven. De Vrije Universiteit heeft gemeend niet t e mogen achterblijven. Haar karakter en haar grondslag brengt met zich mede, dat zij zich op dit gebied niet onbetuigd mag laten. Zo heeft zij de studenten opgeroepen t o t het bijwonen v a n een reeks algemene coUeges, die bedoelen enig inzicht bij t e brengen in het werk van de faculteiten, waartoe zij zelf niet behoren, en die voorts geschikt zijn enigermate de betekenis t e doen uitkomen van den grondslag onzer Universiteit voor de onderscheidene vakwetenschappen. Belangrijke onderwerpen zijn aan de orde gesteld. De voordrachten handelden over het Scheppingsverhaal, over Nationalisme, over Ordening en

Zelfbeschikking, over de taal der Wiskunde en over het communisme in Rusland. De sprekers waren resp. Prof. Dr G. Ch. Aalders, Prof. Dr H. Smitskamp,' Prof. Dr W. F . de Gaay Fortman, Prof. Dr J . F . Koksma en Prof. Dr Z. W. Sneller. Op deze wijze tracht de Universiteit naar eis des tijds den onderlingen band t e versterken en w ü zij zich inspannen de studenten in levend contact t e houden met haar grondslag. Het is een eerste proef, die genomen werd. Wanneer zij mocht blijken geslaagd te zijn, zal zonder twijfel in deze richting worden voortgevaren. AfwisseUng was er. Intussen gaat de gewone academische arbeid rustig door. E n dat is goed. D. N.

UIT DE PERS

gegeven, de andere colleges voor oudere-jaars-studenten stil, zoodat belangstellenden onder hen gelegenheid hebben ook dit onderwijs te volgen. Bij deze algemeene colleges sluiten dan die der afzonderlijke Faculteiten in de encyclopaedic v a n haar terrein aan; in dit verband verdient speciaal het werk van Prof. Dr H. Dooyeweerd vermelding, die Rechtsphilosophie doceert. Naast deze algemeene colleges kent de Series nog andere, voor bepaalde groepen van studenten, speciaal voor psychologen, classici en theologen. De psychologen volgen het reeds gememoreerde college Nieuwe Philosophie zoowel voor h u n candidaats- als voor h u n doctoraal examen; bovendien ontvangen zij voor h u n candidaatsexamen college over de systematiek en de geschiedenis der theoretische psychologie en een inleiding in de logica. Voor de candidandi in de classieke letteren is een cursus van drie jaar in de geschiedenis van de wijsbegeerte der oudheid bestemd. E n voor de eerstej aarstheologen een inleiding in de logica. Aanvankelijk, toen de Vrije Universiteit nog in de kinderschoenen stond, was dit onderwijs bij onzen eersten classicus, wijlen Prof. Dr J. Woltjer, ondergebracht. Later — in 1894 — werd dit onderdeel aan wijlen Prof. Dr G. H. J. W. J. Geesink opgedragen, tijdens wiens leven de wijsbegeerte t o t een extra-ordinariaat uitgroeide. I n 1926, bij de benoeming van ondergeteekende, verkreeg de philosophie een ordinariaat. E n sinds 9 J u n i j . l . is het werk over een ordinarius en een extra-ordinarius — Prof. Dr S. U. Zuidema — verdeeld. De bijzondere hoogleeraren voor calvinistische wijsbegeerte aan Rijksuniversiteiten etc. werkzaam staan formeel geheel los v a n het onderwijs a a n de Vrije Universiteit. Het werk, door hen verricht, gaat intusschen v a n dezelfde visie uit en ademt dan ook gelijken geest. D. H. Th. Vollenhoven Amsterdam, 5 Augustus 1948.

In The Philosopher, tijdens het 10e Internationaal Congres voor Philosophic ter voorlichting van de Congressisten gepubliceerd, troffen we o.a. een artikel van Prof. Vollenhoven aan. Het is getiteld 'Instruction in Philosophy at the Vrije Universiteit (Free University) of Amsterdam', en geeft een korte samenvatting over omvang en groei van het onderwijs in de wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit. Daar beide onderwerpen ook onze lezers zullen interesseren, geven we hier het oorspronkelijke. Het onderwijs in de wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit te A m s t e r d a m Ook dit onderwijs wordt bepaald door het karakter der inrichting, aan welke het wordt gegeven. Daarom over dit p u n t vooraf een enkel woord. De Vrije Universiteit, in 1880 vooral op instigatie van wijlen Prof. Dr A. Kuyper opgericht, gaat uit van het inzicht, dat religie niet iets accidenteels — b.v. een quaestie v a n emotie — is, maar geheel het leven .dient te beheerschen en ook inderdaad beheerscht, zoowel in z'n verhouding' t o t God als in z'n betrekkingen t o t den medemensch. E n deze religie verstaat zij dan in Christelijken, nader in Calvinistischen maar niet-kerkelijken zin. Een dergelijke integrale levensbeschouwing sluit uiteraard in, dat men aan de wijsbegeerte ook in het onderwijs een plaats inruimt. Vandaar dat het Reglement der Vrije Universiteit van het b.egin af voorschreef, dat men, om t o t eenig examen t e worden toegelaten, in het bezit moet zijn van een testimonium inzake het volgen van de systematische en historische inleidingscoUeges voor de eerste-jaarsstudenten van alle faculteiten. Bovendien staan, volgens een besluit van den Senaat, op het uur, waarop wekelijks het college Nieuwe Philosophic wordt

1939

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen